Naar overzicht

Zet autonomie van scholen tijdelijk in lockdown

Het is een uitstekende beslissing om de scholen terug volwaardig te openen. Een beperking van 4 m² per leerling en maximaal 20 leerlingen per klas was enkel het gevolg van een slecht compromis. Doordat er nauwelijks klassen zijn van 88 m² en doordat het gemiddeld aantal leerlingen in een klas van het vierde leerjaar reeds 20,4 is, stond dit compromis het effectief en volwaardig openen van scholen in de weg. De Minister van Onderwijs en het onderwijsveld beslisten terecht om de wetenschappelijke inzichten te volgen dat leerlingen niet de motor zijn van het virus. Ze volgen hierbij het voorbeeld van Denemarken, waar er na het heropenen van de scholen ook geen opstoot was van COVID-19.

Helaas geven sommige scholen nu reeds aan dat ze de klassen niet opnieuw openstellen. Door de enorme en oplopende langetermijnkost van het sluiten van scholen, de toenemende psycho-sociale problemen bij jongeren, en door de lagere effectiviteit van online lesgeven is dit onaanvaardbaar. Bij gebrek aan gestandaardiseerde toetsen is een van de weinige instrumenten die we hebben om scholen te vergelijken de PISA-scores zoals elke drie jaar door de OESO afgenomen. Voor wiskunde stellen we op 15-jarige leeftijd vast dat het schoolgemiddelde voor aso-leerlingen in de 10% scholen met de hoogste wiskunderesultaten bijna 160 PISA-punten hoger is dan het schoolgemiddelde voor aso-leerlingen in de 10% zwakste scholen. Aangezien 40 PISA-punten het equivalent zijn van wat een leerling in een schooljaar leert, loopt het gemiddeld verschil tussen aso-leerlingen in scholen op tot 4 schooljaren. Bij bso en tso-scholen is dit verschil ongeveer 2,5 leerjaren. De school bepaalt dus in sterke mate mee wat een leerling zal kennen en kunnen op het einde van het leerplichtonderwijs.

Autonomie veroorzaakt stijgende ongelijkheid


De Minister van Onderwijs moet dan ook beslissen om de basisscholen verplicht volwaardig te heropenen. De bejubelde en beproefde autonomie van scholen, die in normale omstandigheden zorgt voor een kwaliteitsimpuls voor ons onderwijs, zorgt in deze buitengewone omstandigheden voor een stijgende ongelijkheid. Sommige basisscholen zullen volwaardig heropenen, zodat leerlingen terug bijgespijkerd worden onder het professionele oog van de leraar, weer volwaardige feedback krijgen, weer de instructietijd ontvangen waar ze recht op hebben en de leerplicht terug kan worden opgevolgd. Andere basisscholen zullen niet volwaardig openen. In deze scholen zal men verder worstelen met het minder effectieve online lesgeven, en zullen nog steeds een deel van de leerlingen niet bereikt worden. In Antwerpse basisscholen loopt deze groep van leerlingen die niet bereikt wordt op tot een derde van de leerlingen.

Schooltijd maximaal invullen tot en met 30 juni


Basisscholen moeten bovendien verplicht worden om de schooltijd maximaal in te vullen tot en met 30 juni. Zo kan er effectief nog getoetst worden en kan de lestijd maximaal worden gebruikt. Elke dag instructie telt. Scholen moeten zo de mogelijkheid gebruiken om in de eerste week van juli de klassenraden te organiseren.

Als scholen zelf mogen invullen of ze de voorschriften volgen, zullen de verschillen tussen basisscholen die wel en niet volwaardig opengaan verder oplopen, waardoor ook de onderwijsongelijkheid tussen leerlingen zal stijgen. Enkel het verplicht heropenen van alle basisscholen en het verplicht benutten van alle schooltijd kan de dreigende kloof tussen scholen preventief dichten. Hiervoor moet de autonomie van scholen tijdelijk in lockdown.