Naar overzicht

Voer nu eens een ernstig en efficiënt energiebeleid

Het Vlaams regeerakkoord geeft al een kijk op de beleidsoriëntaties voor de komende jaren. Voor een aantal belangrijke domeinen zoals energie weten we dat echter maar na het vormen van de federale regering want er moeten regionale en federale puzzelstukjes in elkaar geschoven worden. Dat er een ander beleid moet komen staat vast, want het huidige is onhoudbaar



Hopelijk vertrekt men van een reality check en durft men erkennen dat het energiebeleid zwaar moet bijgesteld worden. Vorige week pleitte ontslagnemend federaal minister Johan Vande Lanotte nog voor een Vlaams fonds voor de financiering van de reeds gegeven subsidies voor zonne-energie. Jarenlang moesten de distributeurs groenestroomcertificaten opkopen tegen 450 euro die ze enkel mochten verkopen aan de energieleveranciers voor 100 euro. Omdat ze het verschil zelf moesten bijpassen, liep de schuld snel op. De SERV becijferde de kosten van de uitgestelde doorrekening van die certificaten op 1,8 miljard maar het kon uiteindelijk oplopen tot meer dan 12 miljard. Een fonds oprichten om daar een zelf gecreëerde schuld te parkeren is vooral een manier om het pijnlijke dossier niet elk jaar opnieuw onder de politieke schijnwerpers te zien verschijnen. Een verdienstelijke poging dus om het failliet van een wanstaltig beleid minder zichtbaar te maken voor de kiezer, bij wie de factuur toch terechtkomt.



Jaren geleden al toonde Itinera aan dat het subsidiëren van zonnepanelen extreem inefficiënt is om CO2-verminderingen te realiseren. Eén ton CO2 wegwerken kost maar liefst 300 euro, terwijl bijvoorbeeld isolatie daarentegen geld opbrengt. Was ons advies gevolgd dan had dit de bevolking 4 miljard euro bespaard. Zonder de milieudoelstellingen in het gedrang te brengen, integendeel.



Als het om het aanwenden van belastinggeld aankomt, gaat men helaas nog al eens langer dan nodig door met een onhoudbaar beleid.



Waarom er dan jarenlang geen gehoor was? Omdat het zonnepanelenbeleid te verleidelijk was voor de politiek. Door zijn grote zichtbaarheid gaf het de indruk van een erg krachtdadig beleid. Al helemaal onweerstaanbaar was dat het kon zonder middelen uit een regionale ministerportefeuille te gebruiken. De financiering gebeurde immers door de rekening door te schuiven naar de energiegebruikers. Daar liep het echter spaak, omdat een federale minister de hogere elektriciteitsprijzen als een bedreiging zag voor zijn verkiezingsbeloftes. Het gevolg was een prijsblokkering. Die leidde tot een subsidieschuld, die dan maar via een ‘zonnefonds’ geleidelijk door de belastingbetalers zou moeten gedelgd worden.



Black-outs



Inmiddels is België het enige West-Europese land waar het niet uitgesloten is dat burgers deze winter afgesloten moeten worden van het elektriciteitsnetwerk wegens black-outgevaar. Ik heb zelfs weet van een topingenieur bij een energiegigant die thuis een noodgenerator installeert. Voor iedereen lijkt dit energiebeleid dus een fiasco, behalve voor de politieke verantwoordelijken. Zij konden immers tot vandaag de electorale schade uit de energiedossiers volledig neutraliseren.



De economische discipline onderzoekt systematisch de overheid versus de markt als alternatieve mechanismen om de maatschappij in goede banen te leiden. In de uitdagingen die energie en milieu stellen heeft de overheid te vaak de verleiding om enkel aan grote prestigeprojecten te werken. Ik noem die projecten de bomen van het ecosysteem. Voor een symbiotisch geheel zijn er naast de bomen echter ook bijen nodig. Voldoende ruimte dus voor echt en innovatief ondernemerschap. Een vergroening van de economie vergt een goede samenwerking tussen privé en overheid.



Dan moeten we ook lessen trekken uit fouten. Ondernemers die faliekante keuzes maken verdwijnen vanzelf in een goedwerkende markt. Als het om het aanwenden van belastinggeld gaat, gaat men helaas nog al eens langer dan nodig door met een onhoudbaar beleid. De reden is vaak de vrees dat beleidsbijstellingen overkomen als gezichtsverlies. In een complexe wereld moet elk beleid echter tijdig geëvalueerd en vaak bijgestuurd worden.



Hopelijk getuigen alle nieuwe regeringen van voldoende realiteitszin om eindelijk de broodnodige hervormingen aan te vatten.