Naar overzicht

Realisme als tegengif voor beloftecultuur

Het verzekeren van prijsstabiliteit. Het repareren van de balansen van talloze financiële entiteiten in de economie. Lage werkloosheid bewerkstelligen. Het verlichten van de schuldproblemen van soevereine staten. Het voorkomen van ongewenste wisselkoersconfiguraties. Niet alleen de korte termijnrente bepalen maar heel de rentecurve manipuleren in de juiste vorm. Dit is maar een handvol objectieven die frequent opgedragen worden aan de centrale banken. Is er werkelijk iemand die gelooft dat een centrale bank dat allemaal kan realiseren?



Vroeger hing er een waas van mysterie omtrent de werking van het centraal bankieren. Het was goed dat de onttovering ook hier greep op kreeg en het op veel meer nuchtere wijze gedoceerd werd aan de faculteit economie. De inflatie aan ingebeelde doelstellingen toont dat velen eigenlijk niet weten wat monetair beleid wel en niet vermag. Het zou minder verontrustend zijn indien alleen de buitenwacht in een imaginaire wereld terecht was gekomen. De arrogantie van nogal wat monetaire gezagsdragers op kritische vragen omtrent hun vermogen tot “fine tuning” van de economie suggereert echter dat het gif van de overmoed ook binnen de muren van de centrale banken is binnengeslopen.



Uiteraard is dit niet uniek. Mensen in machtsposities hebben de neiging om na verloop van tijd te nestelen in een moderne godenstatus. Een interessante studie van Britse psychiaters onderzocht het leven van talloze Amerikaanse presidenten en Britse premiers. De onderzoekers stelden een lijst van knipperlichten op die wijst op een ontsporing bij mensen in machtssituaties. Het is interessant vast te stellen hoeveel componenten afgevinkt worden indien toegepast op centrale bankiers hier en elders.



Hopelijk zijn er binnen elke centrale bank ook nog voldoende nuchtere mensen aanwezig die stilstaan bij de reikwijdte van de nooit eerder geziene wereldwijde monetaire expansie. Die ook beseffen dat het om een experiment gaat waarvan de afloop allesbehalve bekend is. We staan immers nog maar aan de vooravond van de zogenaamde “exit”. In het midden van een crisis voldoende tegengas geven om de instorting van de geldhoeveelheid te bekampen, is immers maar het gemakkelijke gedeelte. De economie terug in normale banen brengen, is iets helemaal anders. En dit allemaal zonder dat de goemeente uit het oog verliest dat de fundamenten op lange termijn die onze welvaart onderbouwen weinig van doen hebben met geldcreatie op zich.



In de Belgische verkiezingscampagne valt de lichtzinnigheid op van de politieke partijen die tegen elkaar opbieden. Dit toont duidelijk aan dat de politieke beloftecultuur van de voorbije decennia nog niet tot inkeer is gekomen. Het is pas wanneer de politici beseffen dat de bevolking van hen geen cadeaupolitiek verlangt dat de start van een genezingsproces kans maakt. Dit zal ook vertaald moeten worden in ander politiek personeel, dat minder hoog scoort op de psychiatrische overmoedstest hierboven vermeld. Tijdens deze crisis kreeg ons land al verscheidene waarschuwingssignalen waaronder een verlaging van de kredietwaardigheidsbeoordeling. Het urgentiegevoel ebde echter zorgwekkend snel opnieuw weg. In totalitaire regimes zoals dat van Stalin is er eerst een totale catastrofe nodig zoals in Stalingrad om de koers te wenden. De kracht van de democratie bestaat er nu net in dat het zover niet moet komen.



Niemand zal ooit de euvele moed hebben om het onvoorspelbaar politiek proces in een wiskundig model te stoppen met de illusie hier alle eventualiteiten mee te kunnen voorspellen. Dat is helaas soms wel het geval in de economie op het vlak van monetaire modellen. Als onze monetaire autoriteiten het zelfbeeld koesteren dat ze volleerde ruiters zijn die de economie als een perfect handelbaar paard met de kleinste kniebeweging van richting kunnen doen veranderen, staan we allen nog voor grote verrassingen. De huidige wereldeconomie is veeleer een nukkige en onwillige olifant waarbij de berijder meer ondergaat dan sturing geeft.



 



Ivan Van de Cloot



Hoofdeconoom Itinera Institute en Executive professor UAMS