Naar overzicht

Leven in tijden van ongelijkheid

We zijn alweer een jaar ingerold met alarmerende ongelijkheidsstatistiek. Aangevoerd door ongelijkheidsgoeroe Piketty, melden onderzoekers dat ongelijkheid wereldwijd toeneemt omdat de inkomens en vermogens van de top 10 procent sneller groeien. Ook in het Westen stijgt de ongelijkheid, in de VS meer dan in Europa. De onderzoekers stellen dat ‘ongelijkheid kan leiden tot politieke, economische en sociale catastrofes’.

Gelukkig is er België nog. Leuvense economen becijferden dat inkomensongelijkheid in België maar matig verdiept. Hoe zalig is het in België te leven en bijvoorbeeld niet in de Verenigde Staten of in China waar, aldus Bloomberg, de allerrijksten gemiddeld twee miljard dollar rijker werden in 2017, zegge en schrijve meer dan vijf miljoen dollar extra per dag.

Wie Piketty en co volgt, moet in België een modelland en in de VS een kerkhof vinden. Laten we even de proef op de som nemen. Wie zijn de Amerikaanse topverdieners die wegsnellen? Bekijk de lijstjes van Forbes en Bloomberg en je vindt vooral selfmade miljardairs. De wereldkampioen rijker worden van 2017 is Jeff Bezos van Amazon, gevolgd door andere superondernemers. Hun rijkdom is de waarde van hun bedrijf.

Bijna 70 procent van de vierhonderd allerrijkste Amerikaanse families zijn eerste generatie ondernemers. Hun aandeel stijgt: het is bijna verdubbeld op veertig jaar. Slechts één op zes van alle Amerikaanse miljardairs is een pure erfgenaam. De rest is rijk geworden door waarde te creëren en handel te drijven. Ze zijn geen oorzaak van catastrofe maar een symbool van succes.

Gezonde marktomgeving

Je hoort mij niet zeggen dat die miljardairs heiligen zijn. Mijn punt is dat we ons moeten afvragen waar hun miljarden vandaan komen. Is het door politieke collusie of door corruptie, zoals in China of Rusland? Is het door oneerlijke handel of uitbuiting in ontwikkelingslanden? Is het door monopolie of overheidssteun? Of is het goede ongelijkheid die verdiend is door innovatie en ondernemerschap in een gezonde marktomgeving?

We gooien topbedriegers en topondernemers op één hoopje als we het onderscheid tussen goede en slechte ongelijkheid niet maken. Ongelijkheidsstatistiek negeert dat fundamentele onderscheid waarvan ons aller welvaart afhangt. Een andere econoom berekende dat de VS nauwelijks van Europa zou verschillen indien Silicon Valley, Wall Street en de kenniscluster rond Boston uit de Amerikaanse ongelijkheidsstatistiek worden weggeknipt. Zou die egalitaire VS dan beter af zijn?

Ongelijkheid in de VS ligt aan veel zaken gebonden, maar één ervan is leiderschap in economische groeisectoren die wij in Europa te weinig hebben. De gemiddelde leeftijd van de grootste bedrijven ligt er veel lager dan in Europa. Bijna de helft van alle private investeringen in onderzoek en ontwikkeling in de VS verloopt via bedrijven die na 1979 werden opgericht, tegenover minder dan twintig procent in Europa.

Gouden kansen voor talent

Een belangrijk deel van de economische ongelijkheid is het rechtstreekse gevolg van economische ontwikkeling. De combinatie van kenniseconomie, technologie, internet en globalisering biedt gouden kansen voor talent. Superondernemers zijn daarin economische apatriden: zoals topsporters verdienen ze op wereldschaal. Natuurlijk worden ze sneller rijker dan wie alleen nationaal verdient, maar dat doen ze niet ten koste van hen.

Achter de miljardairs van de globalisering staan miljarden werknemers in ontwikkelende landen die uit bittere armoede richting middenklasse opschuiven. Achter Steve Jobs, Bill Gates, Mark Zuckerberg en andere iconen van het computer- en internettijdperk staan miljoenen kenniswerkers met betere jobs en hogere inkomens. Dat heet verdienste en vooruitgang.

Dat moet ons niet blind maken voor gevaren. Die zitten niet zozeer in inkomensverschillen maar in inkomensmobiliteit. Datzelfde België waar de inkomensafstanden minder toenemen is ook het land waar niet-Europese immigranten het minst kans maken op vooruitgang. Als onze hoge minimumlonen en rigide arbeidsregels de ongelijkheid drukken tussen werknemers dan beletten ze ook werkzoekenden om werknemer te worden. In de VS zijn vier op de tien van de vijfhonderd grootste bedrijven opgericht door immigranten. Naar welk land zou u willen immigreren?

Gelijkheid van kansen

Gelijkheid van kansen is de blinde vlek in het ongelijkheidsdiscours. Daarvoor moeten we achter de cijfers kijken, naar de verandering van gezinssamenstellingen, de evolutie van huwelijkspatronen, de emancipatie van de vrouw, de instroom van vooral arme immigranten, de vergrijzing. Gezinnen zijn de eenheid van ongelijkheidsmeting en de gezinnen zijn ongelofelijk divers geworden. Een tweede belangrijke grondstroom van economische ongelijkheid is dus sociologische, etnische, culturele en generatie-verscheidenheid. Ook daarin volgt Europa waar Amerika voorgaat.

We kunnen niet én de gezinnen vrijmaken én de vrouwen volwaardig laten verdienen én massa-immigratie toelaten en verwachten dat gezinsongelijkheid niet toeneemt. Tegelijkertijd is ongelijkheid de vaststelling dat in dezelfde samenleving, met dezelfde economie en dezelfde sociale bescherming, verschillende groepen gemiddeld diep-ongelijke levenstrajecten kennen. Het gaat niet over de kloof tussen arm en rijk in een bepaald jaar, maar over hardnekkige groepsongelijkheden over de jaren heen.

Leven in tijden van ongelijkheid vergt dus een beter begrip van de ongelijkheidsoorzaken. Als ongelijkheid het resultaat is van economische vooruitgang en verdienste dan moeten we die vieren met de ambitie voor nog meer, bredere en zuivere economische groei. Meer, omdat we in België te weinig meedoen aan echte doorbraken. Breder, omdat buiten de topsectoren onze productiviteit stagneert. Zuiver, omdat de vermenging van politiek en economie zowel nationaal als internationaal een pijnpunt is. Dat impliceert onder andere eerlijke concurrentie en faire belastingen.

Gezinsdiversiteit

Als ongelijkheid de reflectie is van gezinsdiversiteit dan mogen we ons gelukkig prijzen met een samenleving die vrijer, opener en inclusiever is geworden. Maar dan moeten we ook beseffen dat sociaal beleid voor kansengelijkheid achterop hinkt. De samenleving polariseert en daarop polariseert de kenniseconomie verder. Levenstrajecten liggen vast van voor de eerste schooldag en worden nadien alleen doorgetrokken. Dat is slechte ongelijkheid. We moeten kantelen richting een sociaal beleid van vroege investering en emancipatie, dat per definitie progressief zal zijn.

Het alarmisme van de ongelijkheidsdata mag ophouden. Voor het eerst in de geschiedenis van de mensheid is vooruitgang planetair. Armoede is wereldwijd spectaculair gedaald. Een stuk van onze binnenlandse ongelijkheid, door druk op industriële productie, is de keerzijde van een dalende ongelijkheid tussen ons en de landen waarnaar productie is verschoven. Dezelfde technologische revolutie die inkomens polariseert, betekent betere levens voor miljarden mensen.

Ongelijkheid is ofwel vooruitgangseffect, ofwel achteruitgangssymptoom, ofwel goede ongelijkheid die verdienste en kansen realiseert, ofwel slechte ongelijkheid die verdienste en kansen fnuikt. Onze ongelijkheid is vooral ongelijke vooruitgang in een economie die succes met inspanning verbindt. Tegenover risico’s van plutocratie of predestinatie kunnen alleen sterke democratie, open economie en stevig sociaal beleid soelaas bieden. Achter de ongelijkheid de problematische oorzaken aanpakken, kan ons verenigen. Ongelijkheidsobsessie zal enkel verdelen.

Weergave van column in Trends, geschreven in eigen naam.