Naar overzicht

Herzien rol ECB-instrumentarium essentieel

Sinds de nieuwe Griekse regering op het podium is verschenen, komt er elke dag wel nieuws over het land en zijn armgeworstel met de Europese instellingen. De nieuwe minister van financiën in de Syrizaregering liet enkele dagen geleden weten niet meer te willen samenwerken met de zogenaamde trojka. Gisteren kwam alles in stroomversnelling omdat de Europese Centrale Bank liet weten geen Griekse staatsobligaties meer te aanvaarden voor liquiditeitssteun aan de banken van het Zuid-Europese land. De reden daartoe is dat het voornemen van het land om af te stappen van het hervormingsprogramma dat het eerder afgesproken had met de Europese Commissie, het IMF en de ECB.

Terwijl op het toneel beleefdheden worden uitgewisseld zoals gisteren commissievoorzitter Juncker met zijn hartelijke omhelzing van de Griekse premier Tsipras zijn we feitelijk beland in een spel van wederzijdse chantage. Vorige verkiezingen maakten de Europese instellingen aan de Griekse kiezer duidelijk dat hij beter niet op de linksradicale partij Syriza kon stemmen. Deze strategie was bij deze verkiezingen niet meer haalbaar gezien het ongenoegen over de oude politieke klasse van Nea Democratie maar vooral de linkse Pasok met de diepe economische crisis ontplofte. Een van de voormannen van Pasok had het zelfs gepresteerd om ter verdediging van het wanbestuur uit te roepen: “We hebben het allemaal samen opgegeten”. Vooral de jonge Grieken pikten het niet dat ze medeplichtig werden gemaakt aan de aloude corruptie.

In tegenstelling tot 2010 heeft de nieuwe Griekse regering heel wat minder achter de hand. Toen was de Europese politiek immers doodsbang voor de gevolgen van een Griekse wanbetaling voor de Europese banken. Herinner hoe Dexia voor vele miljarden Griekse obligaties op haar balans had staan. Ondertussen zijn deze beleggingen echter overgenomen door de Europese instellingen.

De Griekse minister van financiën Yanis Varoufakis lijkt zichzelf als een redder van het vaderland te positioneren. Hij blijft zelfs actief op twitter terwijl hij op dit moment niet meer dezelfde vrijblijvendheid kan koesteren dan voorheen als blogger. Ook zijn ontmoetingen met zijn Europese homologen druipen van de theatraliteit van zijn kant. Flamboyant of niet, de harde cijfers liegen niet. In juli en augustus komt er samen een aflossing van 3,3 miljard euro waaraan Griekenland moet voldoen.

Zowel de Griekse regering als de Europese instellingen gedragen zich momenteel alsof ze steeds hogere posities innemen in een pokerspel. Terwijl de Grieken met Varoufakis op kop regelmatig hun hand lijken te overspelen, zijn ook de handelingen van de Europese geldschieters niet altijd even doordacht. In plaats van het afsluiten van de geldkraan achter de hand te houden als drukkingsmiddel heeft de ECB woensdag dat kruit al verschoten. De grote schok voor de financiering van het Grieks banksysteem komt normaal op 1 maart van dit jaar door een wijziging in de politiek van de ECB. Zoals destijds in Ierland en beschreven in mijn boek Roekeloos geven Griekse banken leningen aan zichzelf die ze vervolgens verpakt aanbieden aan de Centrale Bank voor liquiditeiten. Twee jaar geleden besloot de ECB dit echter niet meer toe te staan met als einddatum 1/3/2015. Niet toevallig de datum waarop Griekenland een nieuw programma moest overeenkomen met de trojka. Op de balans van de Griekse centrale bank kan dit gevonden worden onder de noemer Pillar II en Pillar III-obligaties. Dit leert ons dat het over niet minder dan 25 miljard euro funding gaat die de banken dus binnen een maand moeten ontberen.

De Britse minister van financiën George Osborne noemde de Griekse kwestie de grootste bedreiging voor de wereldeconomie. De inzet is dus enorm. Erg fraai is het echter allemaal niet maar ook de Griekse minister van financiën kan maar beter inschatten of hij ondertussen geen rol heeft in een erg slecht theaterstuk. De bewegingsruimte om tot een oplossing te komen die finaal in het belang van alle Europeanen is, krimpt met de dag.

Het Griekse bankstelsel is nog steeds compleet afhankelijk van het Europees monetair systeem voor haar overleven. Omdat burgers in aanloop naar de Griekse verkiezingen talloze miljarden extra van de spaarboekjes hebben afgehaald, nog meer dan voorheen. Het infuus van de Griekse banken bij het eurosysteem bedraagt vandaag zo’n 56 miljard euro maar dit kan snel omhoog en het liep in 2012 zelfs op tot de formidabele som van 158 miljard euro. Ook dit kan men lezen als een voorafname waarop de ECB toont dat het systeem een Grexit aankan wat de Europese instellingen in de onderhandeling met Griekenland sterker moet maken. Op dit moment betekent de weigering van de ECB om nog langer Griekse obligaties te aanvaarden als onderpand voor liquiditeit aan de Griekse banken dat de Griekse Nationale Bank opnieuw als centrale speler in de discussie komt. Zij kan via de uitzonderlijke regeling onder de noemer Emergency Liquidity Arrangement (ELA) de banken van geld blijven voorzien zonder daarvoor onderpand te vragen. Het is echter maar de vraag dat de risico’s op die manier werkelijk beperkt blijven tot de Griekse economie (wat wel de juridische fictie is). De Griekse centrale bank is immers tot vandaag intens verbonden met het eurosysteem. De Governing Council van de ECB kan wel met een tweederde meerderheid beslissen te stoppen met ELA maar dat zou snel de exit van Griekenland uit de euro betekenen. Het gebruik van het ELA-instrument verdient ondanks zijn technisch karakter een maatschappelijk debat. In de crisis heeft het immers mogelijk gemaakt dat geld van het Eurosysteem gebruikt is om het geld van private risiconemers veilig uit insolvabele banken te halen. Dit is tegenstrijdig met de afspraken rond het laten delen van private geldschieters (bail-in) in de verliezen bij ontmanteling van insolvabele banken zoals bepaald in de nieuwe regelgeving rond de Europese Bankenunie.