Naar overzicht

Goed klimaatbeleid vervangt fossiele doping door gezonde voeding

Fossiele subsidies blijven de CO₂-uitstoot doperen. Intussen duiken gelukkig initiatieven op die de globale toeleveringsketen koolstofneutraal willen maken. Een gezond en duurzaam voedingssysteem moet de finishing touch zijn.

In 2022 vieren we 30 jaar internationaal klimaatbeleid. Toch steeg sinds de UNFCCC (het klimaatverdrag van Rio de Janeiro) van 1992 de globale energiegerelateerde CO2-uitstoot met 65 procent en werden in 2021 alle uitstootrecords gebroken, ondanks de hoge fossiele energieprijzen. Het aandeel van de fossiele energiebronnen steenkool, olie en gas in de vraag naar primaire energie leek na 1992 vastgespijkerd op 80 procent.

De veerkracht van het fossiele systeem kan verbazen, maar het wordt genereus gedopeerd met fossiele subsidies die volgens het IMF in 2020 opliepen tot 6,8 procent van het wereldwijde bruto binnenlands product (bbp). In ons land waren de subsidies goed voor 11 miljard euro per jaar of 2,4 procent van het bbp.

Correcte of efficiënte prijzen voor fossiele energie kunnen extra fiscale ontvangsten opleveren, goed voor 3,8 procent van het wereld-bbp, en een aanzienlijke daling van de CO2-uitstoot. Dat is wenselijk, maar de energiecrisis zorgt net voor een ongeziene opstoot van de fossiele subsidies in de rijkste landen om de energiefactuur te milderen. Een ander gevolg van de crisis is de snelle expansie van de Europese lng-capaciteit (vloeibaar gemaakt aardgas).

Toch kan de huidige crisis de energietransitie versnellen. Dat is broodnodig, want in zijn World Energy Outlook 2022 becijfert het Internationaal Energieagentschap (IEA) dat het volledig uitvoeren van alle huidige klimaatbeloftes het aandeel van de fossiele energiebronnen in de energievraag maar doet dalen tot 60 procent in 2050. Dat levert nog een temperatuurtoename van 2,5 °C op tegen 2100. Geen wonder dat de klimaattop COP27 in Egypte weinig enthousiasme losweekt.

Uitbesteed

Het klimaatbeleid staat voor een transitie. In de huidige VN-architectuur kijkt elk land vooral naar de uitstoot binnen zijn eigen grenzen. Maar we leven in een geglobaliseerde consumptiemaatschappij, waarin we collectief afhankelijk zijn van een complexe globale toeleveringsketen die we amper in kaart kunnen brengen. Het Westen heeft een deel van de CO2-uitstoot uitbesteed aan de groeilanden, waardoor 20 tot 25 procent van de globale CO2-uitstoot kleeft aan de productie voor de internationale handel.

In een effectief klimaatbeleid moet de globale toeleveringsketen gedecarboniseerd worden. Maar wie is verantwoordelijk voor die keten, die bij elke externe schok sneller muteert dan een virus?

Een bureaucratisch compromis kan geen verandering afdwingen. Alleen als partijen met macht hun verantwoordelijkheid nemen, bewegen dingen. Zweden overweegt tegen 2045 een netzerodoelstelling voor de nationale consumptie op basis van levenscyclusemissies over de complete toeleveringsketen. Ook bedrijven kiezen voor doelstellingen die verder gaan dan het conventionele klimaatbeleid vraagt. In 2021 hebben 2.253 bedrijven binnen het Science Based Targets initiative (SBTi) emissiereducties tot anderhalf miljard ton CO2 aangekondigd.

Echte revoluties beginnen bottom-up, maar critici zien in het netzeroverhaal greenwashing. Toch wil Europa in 2050 nog steeds het eerste klimaatneutrale continent zijn. Tegen dan moeten alle organisaties, private en publieke, vanuit een levenscyclusperspectief klimaatneutraal zijn en het is een kwestie van tijd voor ze onderhevig worden aan netzeroregulering. In rijke landen is de optelsom van de overheidsconsumptie en overheidsinvesteringen goed voor 5 tot 7 procent van het bbp. Als Westerse overheden alleen nog zaken doen met netzerobedrijven, ontstaat een echte trendbreuk.

Koolstofspons

Om de klimaatverandering te beperken tot 1,5 °C volstaat zelfs netzeroregulering niet. Tegen 2050 moet de globale landbouwsector getransformeerd worden tot een koolstofspons die meer CO₂ opneemt dan uitstoot. Een enorme uitdaging die volgens de EAT-Lancet Commission een Great Food Transformation vraagt, waarbij de totale wereldbevolking kiest voor gezonde en duurzame voeding. De consumptie van rood vlees en suikers moet dalen met 50 procent. Tegelijk moeten we de toegang tot meststoffen en landbouwtechnologieën herverdelen om de globale voedselproductie efficiënt te verduurzamen.

Die gezondheidsbevorderende transformatie kan jaarlijks 11 miljoen vroegtijdige overlijdens vermijden. Indrukwekkend, want volgens de Wereldgezondheidsorganisatie veroorzaken chronische levensstijlaandoeningen 41 miljoen vroegtijdige overlijdens per jaar, terwijl nog steeds geen enkele regering een kordate voedings- of levensstijlagenda heeft.

Als zowel de CO2-concentratie, de begrotingstekorten en de gemiddelde body mass index blijven stijgen, dringt een maatschappelijke transformatie zich op. Eerst moet een muur van weerstand, onverschilligheid en gevestigde belangen gesloopt worden. Kennis en bottom-up netzero-initiatieven activeren een groeiend deel van de bevolking en op termijn moet het beleid volgen. ‘Civilization is in a race between education and catastrophe’ wist de sciencefictionschrijver H.G. Wells. We moeten ons wedstrijdplan dringend actualiseren.