Naar overzicht

De staking een succes? Wat heet succes?

De staking een succes, omdat er zoveel bedrijven volledig stillagen? Beseffen dat de belangen van werknemers en werkgevers op lange termijn samen sporen, dat zou een succes zijn. Want pas dan kan je werken aan een visie voor de volgende generatie.



Antwerpen en de haven liggen volledig plat' klonk het gisteren triomfantelijk uit menig stakersmond. Het is blijkbaar een ritueel waar we niet aan ontkomen. Dat de voormalige premier Elio Di Rupo zich hier openlijk achter schaart is erg ongebruikelijk voor iemand die nog maar pas de macht overgedragen heeft. Hij stapte zelfs mee in de betoging in Brussel, terwijl 70 procent van de begrotingsinspanningen van deze regering de uitvoering is van maatregelen van zijn regering. Als hij consequent was geweest, was Di Rupo slechts één derde van de betoging mee opgestapt.



Het is goed dat mensen tonen dat ze niet onverschillig zijn. Ongenoegen wordt echter te gemakkelijk gekanaliseerd door zij die geen oplossingen aandragen voor de diepe bestuursproblemen van onze maatschappij, maar er niet zelden zelf deel van uitmaken. Bij het zoeken naar sleutels voor de visie van de toekomst is het vanzelfsprekend dat solidariteit een centrale rol moet spelen. Iedereen is soms en sommigen zijn altijd kwetsbaar.



Wel kan het begrip solidariteit niet verstard ingevuld worden op dezelfde manier als honderd jaar geleden. Als systemen zoals het pensioenstelsel en de gezondheidszorg niet aangepast worden aan de nieuwe noden, zijn ze feitelijk ten dode opgeschreven. De sociale zekerheid werkt niet zonder werkende mensen, jong en oud. Als je alle uitkeringsgerechtigden in dit land optelt, kom je aan een cijfer boven 4,5 miljoen Belgen.



Als je dat weet, moet je niet verwonderd zijn dat het systeem in zijn voegen kraakt. In Nederland leven er ook 4 miljoen mensen van een uitkering, maar daar zijn ze wel met 6 miljoen meer. Als we dat niet kunnen omgooien de komende jaren, is de diagnose van België als een staat in geleidelijk verval onverbiddelijk.



Om de economische motor levensvatbaarder te maken, moet prioriteit gemaakt worden van het verbeteren van de competitiviteit van ons land. Daarvoor moet je echter over verantwoordelijken in sleutelfuncties beschikken, die beseffen dat om op dat vlak vruchten te plukken je excessen moet durven te saneren. In dit land word je daar echter niet gemakkelijk voor beloond. De verleiding is toch zo groot om in valse beloftes te geloven, en wie betoogt er nu tegen de kerstman?



Realiteitszin



Een van de weinige wapens die we kunnen inzetten tegen de piramidebouwers is realiteitszin. Daarvoor moeten we onze natuurlijke verlatingsangst en neiging om blindelings anderen als schapen achterna te lopen, tegengaan. Het is niet zo dat er iemand ons verplicht om bijvoorbeeld ons pensioenstelsel op drijfzand te bouwen.



We kunnen daarentegen ook onze so- ciale zekerheid robuust maken voor de wispelturigheid van ons kortzichtig denken. Ik verwijs nog even naar de parabel van de zeven vette en de zeven magere jaren. In de magere jaren staat iedereen te applaudisseren voor hen die schuldopbouw bepleiten. De moeilijkheid bestaat er net in om applaus te krijgen wanneer men in de zeven vette jaren reserves wil opbouwen.



De meeste mensen springen zorgvuldiger om met wat van hen is dan met dat van een ander. Als je de rekening kunt doorschuiven naar de belastingbetaler die toch altijd meer belastingen kan betalen, of naar de centrale bank die toch altijd geld kan bijdrukken, heb je een politiek systeem waarin roekeloze beleidsverantwoordelijken steeds het hoge woord kunnen blijven voeren. De Sovjet-Unie heeft laten zien dat de slechtste overheid niet een overheid is die fouten maakt, maar een overheid die fouten maakt en niet in staat is ze te corrigeren.



Er wordt nu getoeterd dat de staking een succes was en het criterium daarbij is dat er zoveel bedrijven volledig stillagen. Is succes niet veeleer dat werknemers en werkgevers de dag nadien toch opnieuw samen aan de slag kunnen? Pas vanuit het besef dat op lange termijn hun belangen samen sporen, kan er een visie voor de volgende generatie worden ontwikkeld.



Uiteraard kan steeds over concrete regeringsmaatregelen gebakkeleid worden. De vaststelling blijft echter dat het moeilijk werken is in dit complexe land, met een extreem verschil tussen wat bedrijven betalen en werknemers ontvangen en met grote bestuursproblemen. Wie durft er te beweren dat het allemaal niet veel efficiënter kan, met minder verspilling en behartiging van het algemeen in plaats van het particulier belang van een of andere gemakkelijk te mobiliseren groepering?