Naar overzicht

De economie van terreur

Met de onthoofding van een Amerikaanse journalist staart de terreur ons in het gezicht en is terrorisme ook in Europa omhoog geschoven op de lijst van prioriteiten. Terwijl 11 september 2001 ervoor zorgde dat gigantische Amerikaanse middelen naar de bestrijding ervan werden gekanaliseerd, wordt het duidelijk dat Europa niet kan blijven freeriden op de inspanningen van de Verenigde Staten.



Terrorisme kende feitelijk een ontwikkeling erg parallel aan de wereldeconomie. In eerste instantie was de rol van de overheid centraal met de staat als belangrijkste sponsor van terrorisme. Het was de periode van de Koude Oorlog met het financieren van bijvoorbeeld de contrarevolutionairen in Nicaragua waarbij de CIA een cruciale rol speelde.



De tweede fase kan omschreven worden als de privatisering van terrorisme waarbij Arafat in Palestina kan bekeken worden als een erg succesvolle ondernemer indien zijn privaat fortuin van vele miljarden als maatstaf genomen wordt.  De recente fase van globalisering wordt bijvoorbeeld gekenmerkt door Al Qaeda dat geld ophaalde in vele landen maar ook kon toeslaan over de hele wereld.



 



"Terwijl armoede zeker een belangrijke voedingsbodem vormt voor terrorisme werkt dit niet per se door tot het profiel van de daders zelf"



 



Recente bevindingen uit economisch onderzoek over terrorisme zijn nogal eens verrassend. Zo blijkt dat in tegenstelling tot wat vaak verwacht wordt individuele terroristen niet speciaal uit arme of slecht opgeleide milieus komen, in tegendeel. Dus terwijl armoede zeker een belangrijke voedingsbodem vormt voor terrorisme werkt dit niet per se door tot het profiel van de daders zelf. Wel in de lijn van verwachting ligt de negatieve impact van terrorisme op de economie. Zo toont zorgvuldig onderzoek naar de impact van het ETA-terrorisme in Spaans Baskenland dat dit het inkomen per capita daar met tien procent heeft aangetast. Terwijl na de Koude Oorlog een vredesdividend de economie heeft gedopeerd, loopt de rekening al langer op voor de Verenigde Staten. Ook Europese staten worden hier meer en meer mee geconfronteerd. Er is wellicht geen ontwikkelde economie die meer leren leven heeft met terrorisme dan die van Israël. Ook de beurs daar heeft over jaren een aantal routineuze reacties ontwikkeld. Zo toont onderzoek dat wanneer Israël een Palestijnse leider doodt van een militaire factie de beurs er positief reageert. Bij een Palestijnse leider van een politieke factie is er echter een negatieve beursreactie.



Vaak wordt gesteld dat overheden nooit mogen onderhandelen met terroristen, maar in de praktijk gebeurt het vaak wel (bv. in het geval van gijzelaars). Vooral als er verschillende groepen zijn, de een al radicaler dan de ander, toont onderzoek dat voorzichtigheid extreem geboden is. Zo kan een radicale vleugel aangezet worden tot meer ontspoord geweld om te tonen dat de gematigde vleugel geen relevante gesprekspartner is.



 



"Geheime diensten nemen beter goed kennis van de economische organisatie van terreurgroeperingen om de kwetsbare punten te zoeken nodig in de te voeren strijd die heel wat complexer is dan deze in conflicten met staten"



 



Terwijl de ideologie van een terreurorganisatie zowat alle publieke discussie domineert weten veiligheidsdiensten heel goed dat de dergelijke organisaties ook een economisch bestaan kennen. Bij terreurbestrijding gaat dus best ook genoeg aandacht naar de interne werking van terreurorganisaties. Terwijl Islamitische Staat (IS) zich in de nieuwsberichten werkt via de afzichtelijke terreurdaden zijn er talloze factoren buiten klassieke spanningen zoals tussen soennieten en sjiieten die een rol spelen. Cruciaal was natuurlijk een context van gefaalde staten zoals de Iraakse regering die na de terugtrekking van de Amerikaanse troepen de binnenlandse veiligheid niet onder controle krijgen. Golfstaten die extremistische groepen in Syrië financieren waar met de burgeroorlog braakliggend terrein ontstond voor IS, speelden evengoed een grote rol. Syrië is niet alleen aantrekkelijk voor recruteringsdoeleinden voor terroristen maar IS heeft er bijvoorbeeld ook een financieringsbron aangeboord door via elektriciteitscentrales die het onder controle kreeg. Recent dook een kaart op uit 2006 waarop IS toonde welke gebieden het hoopte onder controle te krijgen. Niet toevallig vallen die samen met belangrijke oliebronnen wat toont dat dergelijke organisatie ongeacht zijn ideologische bewegingsredenen evengoed bezig is met de economische organisatie nodig om zijn doeleinden na te streven. Geheime diensten nemen hiervan beter goed kennis om de kwetsbare punten te zoeken nodig in de te voeren strijd die heel wat complexer is dan deze in conflicten met staten.



Ivan Van de Cloot, hoofdeconoom Itinera Institute en Executive professor Antwerp Management School