Naar overzicht

In de bres voor het gezondheidszorgbeleid van Di Rupo I



Mede door een ‘meevaller’ van 84 miljoen € in de ziekteverzekering is de afronding van de begroting 2013 plots een makkie, aldus een aantal journalisten en analisten. Maar gaat het hier over begrotingsmanna dat per goddelijke tussenkomst uit de hemel zou zijn gevallen, of is er goed beleid mee gemoeid? Niet alleen als vrijzinnige, maar vooral als bevoorrechte toeschouwer en betrokkene van het gezondheidszorgbeleid van de regering Di Rupo ben ik eerder geneigd dat tweede te geloven.  

 

Toegegeven, bepaalde hervormingen van Minister van Volksgezondheid en Sociale zaken Laurette Onkelinx zijn niet zonder slag of stoot gegaan. De bijdrage die aan een aantal artsenspecialismen zoals de radiologen of nog de anesthesisten is gevraagd liep dan ook op in de tientallen miljoenen. Ook de afschaffing van de ereloonsupplementen in tweepersoonskamers in een beperkt aantal ziekenhuizen zette kwaad bloed. Hoewel het mijn persoonlijke overtuiging is dat de patiënt hierdoor niet meer met onverwacht hoge ziekenhuisfacturen zal worden geconfronteerd, was de reactie van bepaalde artsen begrijpelijk, want zij liepen hierdoor een slordige 10 miljoen € per jaar mis.

 

De besparingsmaatregelen waren niet altijd even elegant, ook dat moeten we kunnen erkennen. Zo werd via vulgaire, lineaire prijsverlagingen op de geneesmiddelen 140 miljoen € bespaard. Het had inderdaad creatiever gekund. Sommige  hervormingen leden ook aan kinderziektes en veroorzaakten bijkomend papierwerk, hoewel dat in de meeste gevallen zo snel mogelijk werd rechtgezet. En tot slot heeft het wat chaotische en reactieve debat over het dure geneesmiddel Soliris en de kleine Victor pijnlijk duidelijk gemaakt dat het beleid de zeer moeilijke maatschappelijke keuzes die op ons afkomen nog onvoldoende duidelijk heeft kunnen communiceren.

 

Desalniettemin is het  palmares van Mevrouw Onkelinx mijn inziens overwegend positief. Vooral het geneesmiddelenbeleid en de werking en financiering van onze ziekenhuizen, samen goed voor bijna de helft van het 27 miljard euro zware budget, werden gemoderniseerd. De strategie daarbij was om de concurrentie maximaal te laten spelen op de off-patent markt, onder meer via plafondprijzen en voorschriften op stofnaam. Op die manier ontstaat budgettaire ruimte om correcte prijzen voor innovatieve farmaceutische specialiteiten te kunnen betalen. Dat is belangrijk voor onze handelsbalans, want 95% van de innovatieve geneesmiddelen die in ons land worden gemaakt en hier ook een eerste prijs krijgen worden naar de rest van de wereld uitgevoerd. Het is ook een uitstekend argument om investeringen van buitenlandse farmareuzen naar hier te halen. Daarnaast zullen nieuwe terugbetalingsprocedures levensreddende implantaten en geneesmiddelen sneller tot bij arts en patiënt brengen. En een nieuw registratiesysteem zal de veiligheid van diezeldfde implantaten verhogen. Tegelijkertijd buigt een hard werkende task force zich over mis- en overgebruik in bepaalde ziekenhuizen, wat volgend jaar al 70 miljoen euro aan efficiëntiewinsten moet opleveren.

 

Kortom, via lagere prijzen, vooruitgang op het vlak van eHealth, de afschaffing van bepaalde ereloonsupplementen en een aantal specifieke maatregelen zoals de creatie van het statuut chronisch zieken (met daaraan gekoppelde voordelen) werd tevens de toegankelijkheid voor de patiënt verbeterd. 

 

 

Ondanks de vergrijzing en een wettelijke groeinorm van 3% is deze regering er in geslaagd de reële uitgaventrend om te buigen in een slordige 1,5%. Ik simuleerde dat aan dit ritme en gegeven 1% economische groei de gezondheidszorguitgaven in 2050 en daarna duurzaam onder de 10% van het BBP blijven, tegen 16% in het vrijgeviger scenario. Aan het roer van onze ziekteverzekering staat een socialistische excellentie die een pragmatisch beleid voert met oog voor onze economische belangen.

 

Binnen een maand komt de minister naar de regering met een stappenplan om de ziekenhuisfinanciering, die ik ooit de etterende wonde van onze ziekteverzekering noemde, grondig te hervormen. Dat is een gigantisch beleidswerf. Er mag dan wel nog veel werk op de tafel liggen, het palmares van Mevrouw Onkelinx oogt indrukwekkend. Laten we op dit elan verder gaan want het moge duidelijk zijn: dit is in de eerste plaats een hervormingsregering.