Naar overzicht

Saudi-Arabië is een probleem, maar de banden verbreken zou weinig uithalen

De afgelopen weken stond Saudi-Arabië in het middelpunt van de belangstelling van de Belgische politiek. Meerdere oppositiepartijen riepen op tot het verbreken van de economische banden met het land wegens zijn 'steun aan het terrorisme'. Het werd een welles-nietesspelletje tussen de oppositie en de N-VA.

Enkele N-VA-politici, zelfverklaarde 'pragmatici', wierpen zich op als de verdedigers van het Huis van Saud. Ze minimaliseerden, ontkenden haast, de rol van Saudi-Arabië in de jihadisering van grote delen van de wereld. Wie dat doet, kan net zo goed de klimaatopwarming afdoen als een fabeltje.

Het Saudische ministerie van Buitenlandse Zaken heeft er nooit doekjes om gewonden: naast de oliehandel en investeringen is de promotie van de 'islamitische identiteit' van moslims in de wereld de belangrijkste doelstelling van het buitenlands beleid. De verspreiding van het salafisme is van vitaal belang voor het land. Drie organen spelen een sleutelrol: het Saudische ministerie van Islamitische Zaken, het Koning Fahd Complex en de Moslim Wereld Liga.

Saudi-Arabië exporteert zijn salafisme al decennialang. De bekeringsdrang kent geen grenzen en zit in het DNA van het land. In 1744 werd een pact gesloten tussen de familie Al Saud en de reactionaire ideoloog Mohammed Abd Al Wahab. Sindsdien gaan politiek en religieuze expansie hand in hand. Het Saudische salafisme, oftewel wahabisme, is een puriteinse variant van de islam. De meeste salafisten zijn traditioneel, eerder apolitiek en orthodox dus. Het zijn niet allemaal jihadisten, maar alle jihadisten zijn wel salafisten. Het salafisme is dan ook de ideologische voedingsbodem voor het islamitisch militantisme en jihadisme.

De stelling dat de Saudi's het terrorisme steunen klopt. De private en publieke financiering van jihadistische organisaties is begonnen tijdens de Koude Oorlog en is nooit echt gestopt. Ook vandaag steunt Saudi-Arabië, maar ook Qatar, 'gematigde jihadisten' in Syrië met geld en wapens. Die steun stopt op het moment dat de jihadisten zich tegen Riyad keren. Dat is in het verleden gebeurd met Al Qaeda, en recenter met Islamitische Staat (IS).

Moeten we - als we dat alles in beschouwing nemen - onze economische banden met de Saudi's verbreken, zoals enkele oppositiepartijen vragen? Dat zou volgens mij niet wijs zijn. Het zou weinig uithalen, zelfs contraproductief zijn. Niet omdat onze economische belangen zo groot zijn. Saudi-Arabië was in 2013 slechts de 29ste handelspartner van België. Het gaat over telkens een half procentje import en export. Niet bepaald een hefboom om het land op andere gedachten te brengen.

We kunnen onze doelstellingen bereiken op intelligentere manieren. Laten we beginnen met de financiering vanuit de Golfstaten voor gebedshuizen bij ons droog te leggen. Maar ook: willen we geloofwaardig zijn, dan moeten we inzetten op de instrumenten waarvoor onze diplomatie internationale erkenning krijgt. Mensenrechten zijn een klassieke niche van het Belgisch buitenlands beleid. Laten we die kaart uitspelen. Dan kunnen we een steen verleggen zonder ons imago en onze belangen te schaden.

Concreet zou België er in de Europese instellingen voor kunnen pleiten om in de samenwerkingsakkoorden met de Golf- staten een mensenrechtenclausule op te nemen. Die clausule bestaat al in Euro- mediterrane associatieakkoorden met landen als Marokko, Tunesië en Israël.

Realisme is belangrijk in de internationale politiek. Het heeft geen zin bruggen op te blazen waarmee we onszelf een vals gevoel van invloed geven, terwijl we met lege handen achterblijven.