Naar overzicht

"Ook 2018 wordt het jaar van de migratie"

Voor een debat over migratie is het eerste wat je voor je voeten geworpen krijgt: “stop met asiel en migratie samen te bespreken”. De realiteit laat zich echter niet vangen in politiek correcte taboes. Voor de meeste mensen is het absorptievermogen van een maatschappij voor nieuwkomers beperkt, ongeacht welke labels erop geplakt worden.

Ook liberale naïevelingen durven nogal eens in de mist te gaan op dat punt. Ze willen al te graag doen geloven dat migratie werkt via een soort van communicerende vaten. Alsof een land dat kiest voor meer economische migratie automatisch minder instroom kent op andere vlakken. Mis uiteraard.

Quotasysteem

Iemand die dat blijkbaar goed begrepen heeft, is de nieuwe bondskanselier van Oostenrijk, Sebastian Kurz die recent stelde: “De grenzen tussen asiel en economische migratie zijn vervaagd”. De 31-jarige conservatieve Kurz ijverde in Bild am Sonntag voor een geheel nieuw vluchtelingenbeleid voor de Europese Unie: “De lidstaten moeten zelf bepalen of en hoeveel mensen ze zullen ontvangen”. De Europese politici beslisten in Brussel om een quotasysteem te installeren maar vergaten daarbij dat de migranten op weg naar Europa niet naar Bulgarije, Tsjechië, Polen of Hongarije willen. Ze willen vooral naar Groot-Brittannië, Duitsland, Oostenrijk, Zweden of… België. Volgens Eurostat vraagt ​​momenteel 60 procent van alle migranten die naar de EU komen asiel aan in Duitsland.

Iets wat vaak onderschat wordt is dat de migratiestroom mede afhangt van de hoeveelheid al aanwezige migranten. Als die laatste groep groeit, wordt de stroom nieuwe migranten groter waardoor bij een bepaald inkomensverschil de migratie nog verder toeneemt. Economen zoeken altijd naar een evenwicht: een punt waarop tegengestelde krachten een evenwicht bereiken zodat het systeem stabiliseert. Een grote vooruitgang zou zijn dat we de vraag of migratie positief of negatief is zouden kunnen vervangen door de meer relevante vraag: ‘Hoeveel migratie is haalbaar?’ Het antwoord hangt af van de vraag hoe snel migranten integreren in de autochtone gemeenschap. Cruciaal is om de ondertussen ook wetenschappelijk onderbouwde inzichten rond de samenleving als een fragiel sociaal weefsel in rekening te brengen. Bekijk het als een groot spinnenweb waar samenwerking essentieel is maar ook complex om tot stand te brengen. (In wiskundige termen gesteld: het evenwicht is alleen lokaal stabiel).

Dus een gematigde migratie kan leiden tot sociale voordelen, terwijl bij een aanhoudende snelle migratie aanzienlijke kosten dreigen. Om dat omslagpunt in te schatten, moeten we bescheiden toegeven dat onze verzamelde inzichten allesbehalve een exacte wetenschap genoemd kunnen worden. Met andere woorden: dat is en blijft een politieke zaak. En daarom is het debat rond het maatschappelijk draagvlak en absorptievermogen niet alleen nodig maar ook onvermijdelijk. Met name in Antwerpen komt dit duidelijk centraal te staan nu binnen hooguit enkele jaren zowat de helft van de Antwerpenaren van buitenlandse origine zal zijn, de natuurlijke bevolkingsevolutie (geboorten minus overlijdens) slechts positief is voor inwoners van buitenlandse origine en autochtone Antwerpenaren jaarlijks de stad ontvluchten aan een ritme van 3000 per jaar.

Paul Collier

Oxfordeconoom Paul Collier denkt over deze vragen al zijn hele leven na en werd recent in België gelauwerd voor zijn werk waarin hij consequent analyseert dat de maatschappijen die migranten ontvluchten gekenmerkt worden door falende sociale modellen. Hij stelt daarbij onomwonden dat er een groot risico bestaat dat wanneer de groep migranten die naar een bepaald land migreert te groot is, migranten niet de falende sociale modellen van de eigen samenleving loslaten en die van de ontvangende samenleving overnemen, maar juist vasthouden aan de eigen, falende, sociale modellen, en hiermee de ontvangende samenleving beïnvloeden waardoor de sociale modellen ook daar aangetast worden.

Wanneer de ontvangen samenleving dan ook nog eens een integratiebeleid voert dat gericht is op het in stand houden van de eigen cultuur en waarden van de groep, zoals bijvoorbeeld het multiculturele model, in plaats van een model dat is gericht op assimilatie, een beleid waar Collier (immers zelf een afstammeling van geassimileerde migranten) voor pleit, dan dreigt het effect van migratie op de ontvangen samenleving ronduit negatief te zijn, met name op sociaal en cultureel gebied. Collier stelt letterlijk: “Er is geen ethische reden waarom wij van een migrant niet zouden mogen verwachten dat hij de autochtone cultuur overneemt als een van de voorwaarden om toegelaten te worden in een gastland”.

Collier omschrijft grote diversiteit als een handicap voor een maatschappij, die de gemeenschappelijke verbondenheid ondermijnt, waarbij zeker in de Europese Unie het al moeilijk is om de onderlinge diversiteit tussen lidstaten te overkomen, laat staan wanneer er grote groepen migranten in de EU leven beperkt of niet-geïntegreerd zijn.

Conservatief vs niet-conservatief

Voorwaar geen politiek correct leesvoer! Dat assimilatie sowieso grote pragmatische voordelen kent, is evident. Een gemeenschappelijk cultureel gedrag versnelt het moment dat nieuwkomers en migranten zich als één volk zullen beschouwen. Het is niet zomaar dat we stellen dat in deze materie het niet in de eerste plaats om een kloof tussen links en rechts gedachtegoed gaat maar eerder tussen conservatief en niet-conservatief denken. Conservatieven bekijken migratie sowieso niet alleen vanuit economisch perspectief maar houden ook rekening met sociale en culturele gevolgen en de impact van te grote diversiteit op afnemende onderlinge verbondenheid en solidariteit. Iets om over na te denken nu ook 2018 zich aftekent als een jaar waarin de migratie van arme naar rijke landen nog zal versnellen.