Naar overzicht

Nood aan perspectief in het migratiedebat

Europa verwacht dit jaar 1,5 miljoen vluchtelingen. Duitsland rekent op 800.000, zo verklaarde CDU-minister De Maizière deze week. In België zouden in 2015 35.000 mensen een asielaanvraag indienen.

Duizelingwekkende cijfers? De mondiale migratiestromen zijn vanuit historisch perspectief niet uitzonderlijk. In verhouding tot de wereldbevolking waren er aan het einde van de 19de eeuw meer migranten - tientallen miljoenen Europeanen trokken tijdens de tweede industriële revolutie naar de VS. Maar de trend is onmiskenbaar. Lokale en mondiale ontwrichtingen van politieke, economische en klimatologische aard doen het aantal migranten en vluchtelingen wereldwijd toenemen.

Terwijl u dit leest spoelen enkele duizenden vluchtelingen aan op Europese bodem. Wat te doen? Om te beginnen het juiste debat voeren. En dat is een debat rekening houdt met verschillende dimensies over een langere periode. Het debat over de oorzaken en langetermijn oplossingen voor deze aanzwellende migratiestromen wordt vandaag overschaduwd door debatten in de marge. Zoals recent toen vicepremier Alexander De Croo (Open Vld) een lans brak voor arbeidsmigratie.

Ten eerste kunnen andere Europeanen vrij aan de slag bij ons en bestaan er arbeidskaarten voor personen buiten de EU. Ten tweede zijn arbeidsmigranten op korte termijn nodig om knelpuntberoepen in te vullen; maar op lange termijn wellicht is die nood onzeker, door de onvermijdbare instroom van andere migranten en technologische innovaties.

Wat dat laatste betreft komt onderzoek uit binnen- en buitenland naar de mogelijke impact van technologie op werk haast tot dezelfde conclusie: bijna de helft van de huidige jobs en functies zullen over twintig jaar gewoonweg niet meer bestaan. Je kan er gif op nemen dat alle jobs met een repetitief en voorspelbaar karakter automatisering als gevolg zal hebben. Daarnaast zullen ook de opkomende deeleconomie en de 3D-printer hun impact hebben op werkgelegenheid. De nieuwe jobs zullen worden gekenmerkt door hun onvoorspelbare aard, door creatieve en sociale intelligentie dus. Maar of het er genoeg zullen zijn? Laat staan dat bijkomende arbeidsmigratie op lange termijn nodig zal zijn om de economie te stutten? Dat is hoogst onzeker. Voorlopige conclusie: de oproep voor arbeidsmigratie als langetermijn oplossing mogen we met een korrel zout nemen.

Dat wil niet zeggen dat migratie niet kan plaatsvinden. Ja, er zijn grenzen. Ook in de 21ste eeuw. En die moeten bewaakt worden. Maar een bepaalde mate van immigratie zal plaatsvinden, of we dat nu leuk vinden of niet. In de toekomst zullen mensen onheil blijven ontvluchten richting veiliger omgevingen, waaronder Europa, net zoals een geglobaliseerde wereld nu ook eenmaal transnationale relaties kent. Arbeidsmigratie kan een beleidskeuze zijn, migratie via de kanalen van gezinshereniging en asiel is dat minder - die moet je deels ondergaan. Daar waar beschaving heerst, zijn het legitieme vestigingskanalen. Wie beweert dat beleidsmakers immigratie kunnen tegenhouden, kletst uit zijn nek. Ze kan in het beste geval kordaat gemanaged worden door strenge maar rechtvaardige voorwaarden te stellen. Zo wordt misbruik weggefilterd en kan het maatschappelijk draagvlak worden hersteld en verzekerd.

Conflicten, bevolkingsexplosies, economische achteruitgang en klimaatverandering liggen aan de basis van menselijk leed en aanzwellende migratiestromen in de 21ste eeuw. Het migratiedebat zou dan niet alleen maar aan grensbewaking en het spreidingsbeleid voor vluchtelingen moeten gelinkt worden, maar ook aan conflictresolutie en vredesoplegging, de nieuwe Duurzame Ontwikkelingsdoelen, de Klimaatconferentie in Parijs in het najaar, ons handelsbeleid ten aanzien van ontwikkelingslanden... Daar liggen de determinerende uitdagingen en dus ook de hefbomen om beleidsimpact te hebben op lange termijn.

Antwoorden op de migratiecrisis liggen voor een stukje in de Wetstraat, voor een groter deel bij de VN in New York en voor het grootste deel rondom het Schumanplein. Hoog tijd dat de EU de interne problemen en de politieke introversie overstijgt.

De EU moet het voortouw nemen om de conflicten in onze periferie te helpen oplossen, en desnoods vrede op te leggen. Want als de opflakkerende ring van vuur rondom Europa een permanent gegeven wordt dat zullen de gevolgen niet te overzien zijn. Alle opties horen op tafel te liggen. Dat vergt diplomatieke, politieke en economische inspanningen. Militair ingrijpen is ook zeker een optie als het deel van een duurzame oplossing kan zijn, en niet van het probleem zoals in het verleden - met de catastrofale bezetting van Irak en de ad hoc luchtcampagne in Libië als poster childs van hoe het niet moet.

We kunnen weinig doen aan de dalende grondstoffenprijzen die de economieën van Afrikaanse landen in het rood duwen, net zoals we het niet kunnen helpen dat de industrialisatie geen wortel heeft geschoten in grote delen van Afrika. Waar we wel een rol van betekenis kunnen spelen, is in het wegwerken van een oud zeer, namelijk handelsbelemmeringen, in hoofdzaak op landbouwvlak, die de ontwikkeling en groei van ontwikkelingslanden remmen. Onze Europese exportsubsidies zijn doorheen de jaren wat afgebouwd maar ze vernietigen nog steeds het concurrentieel voordeel dat Afrikaanse boeren hebben. Moet het ons dan zo verwonderen dat we migranten importeren als we hun landbouwgoederen wegprijzen?

Zolang op deze vlakken geen resultaten worden geboekt, zijn initiatieven die de vluchtelingenstroom in de Middellandse Zee in goede banen trachten te leiden - zoals Triton, EUNAVFOR MED en het spreidingsplan van Juncker - waardevol en noodzakelijk, maar niet meer dan symptoombestrijding.