Afstandonderwijs als heilige graal
In het heetst van de COVID-19 crisis werden de scholen plotseling gesloten. Van de ene op de andere dag bleven leerlingen thuis en werd online onderwijs de norm. Voor leraren die zich voordien steeds ver van digitale didactiek gehouden hadden, was het even slikken. Zo stil als de speelplaats tussen midden maart en begin juni was, zoveel toeters en bellen van digitale schoolplatformen als Smartschool werden er tijdens dezelfde periode ontdekt. Ons onderwijs beleefde waarschijnlijk de snelste en grootste professionaliseringsoefening ooit.
In de aanloop naar het komende schooljaar is de roep groot om die ervaringen niet verloren te laten gaan. Leraren zien in dat differentiatie tussen leerlingen op een eenvoudige manier mogelijk is dankzij de digitale methodes. Ze merken ook dat oefeningen maken wellicht beter digitaal kan dan op papier omdat adaptieve technologie toelaat om elke leerling op zijn/haar niveau te kunnen bedienen. De roep van de leraren werd gecombineerd met de virologische aanbeveling om 20% contacten te verminderen. Daardoor wordt er in het voorstel van de Vlaams Minister van Onderwijs een dag per week afstandsonderwijs voorzien in het komende schooljaar.
Blended onderwijs
Als het afstandsonderwijs goed wordt uitgewerkt, kan er sprake zijn van ‘blended onderwijs’. Dit is een combinatie van afstandsonderwijs met contactonderwijs, waarbij leerlingen voorbereid naar de les komen. Zo kan er gewerkt worden met het principe van ‘flipped classroom’ waarbij leerlingen op voorhand, en op hun eigen tempo, de theorie instuderen, en vervolgens in de les oefeningen maken om de leerstof diepgaand te verwerven. Blended onderwijs is een instructiemethode die in het hoger onderwijs reeds ruim zijn sporen heeft verdiend.
Hoe mooi dit ook klinkt, er hangen ook gevaren aan de implementatie van blended onderwijs in het middelbaar onderwijs. Ten eerste is het een experiment zonder evaluatie. Helaas blinkt ons onderwijs uit in dergelijke vernieuwingen die we nooit testen. We rollen onderwijshervormingen en –vernieuwingen steeds grootschalig uit, in plaats van ze eerst kleinschalig te testen. Het ontbreken van ‘evidence based onderwijs’ zorgt er voor dat we niet weten of het nieuwe nu beter is dan het oude. Beter zou zijn om eerst kleinschalig en in bepaalde scholen na te gaan wat de effecten zijn op welbevinden en leerresultaten, en zo gericht bij te sturen. Overigens kan dit ook voor de didactische methoden die binnen scholen gebruikt worden. Als een school inzet op adaptieve educatieve programma’s met artificiële intelligentie, zouden deze moeten vergeleken worden met andere scholen die andere methoden gebruiken. Eigen onderzoek wijst immers uit dat diverse vormen van differentiatie niet noodzakelijk meer doeltreffend zijn.
Ten tweede blijft er een grote zorg voor leerlingen die thuis niet beschikken over een rustige werkplek, of over een pc. Maar liefst 1 op 8 van onze 15-jarigen heeft geen plek waar hij of zij rustig kan werken aan opdrachten die de leerkracht meegaf. Scholen zullen dus ook op de dagen waarop er gewerkt wordt met afstandsonderwijs ‘noodopvang’ moeten aanbieden voor deze groep leerlingen. Als we dit niet doen, zal de kloof tussen kansarme en kansrijke leerlingen verder vergroten.
Ook voor leerlingen met weinig schoolengagement
Ten derde werkt het afstandsonderwijs vooral goed voor leerlingen die een hoog schools engagement hebben, die zichzelf voldoende kunnen sturen en die ook over voldoende digitale vaardigheden beschikken. Zonder de leraar als stok achter de deur, zullen veel leerlingen de afstand op het onderwijs laten primeren. Dit zal er toe leiden dat leraren op de dagen met contactonderwijs de leerinhouden moeten herhalen, waardoor de effectieve instructietijd lager is en leerresultaten onder druk komen staan. Het komt er dus op aan om in het afstandsonderwijs de taken en lesinhouden zo te organiseren dat zelfs leerlingen met weinig schoolengagement ze effectief tot een goed einde brengen.
Veel leraren lijken in de voorbije periode de smaak van online en afstandsonderwijs te pakken te hebben. Maar afstandsonderwijs blijft wellicht nog een heilige graal om alle leerlingen op een doeltreffende manier te bedienen.