Hoe maken we preventie een prioriteit in het jeugd- en onderwijsbeleid?
De eerste 12 jaar in een mensenleven zijn cruciaal. Tijdens deze eerste periode leren we het meest. Deze jaren bepalen zo in zekere mate het latere levensgeluk en de verdere ontplooiing van ons, mensen.
Nochtans merken we in de praktijk dat we in België – als we kijken naar ons jeugd- en onderwijsbeleid – vaak het minst investeren in deze levensfase.
België geeft meer geld aan initiatieven die focussen op +12-jarigen. Enkele voorbeelden:
-
Er gaat meer geld per capita naar schoolgaande jeugd in het secundair onderwijs, dan naar kinderopvang en lager- of kleuteronderwijs.
-
Vzw’s die werken met jongeren die de eerste stappen op de arbeidsmarkt zetten, vinden eenvoudiger steun dan vzw’s die zich richten op jonge kinderen. Met oudere jongeren verloopt de “return on investment” sneller en is ze zichtbaarder. Dit merken we ook bij TADA: mensen investeren liever in onze alumni-werking (jongeren tussen 14 en 21) dan in onze weekendscholen (jongeren tussen 10 en 14).
Deze aanpak vinden we bij TADA gek, want problemen oplossen, inzake jeugd, kost vaak meer dan ze voorkomen. In het Belgische onderwijs – zowel in Vlaanderen als in ‘la Federation Wallonie Bruxelles’ (FWB) – zien we een gigantische onderwijsongelijkheid. Volgens bepaalde studies [1] hebben kinderen die in Brussel worden geboren in een precair gezin van niet EU-origine bijna 50% kans om de school vroegtijdig te verlaten, zonder diploma.
Op dit moment kost een traditionele schoolloopbaan van 12 jaar (6 jaar lager- en 6 jaar secundair onderwijs) minder dan 100.000 euro per jongere, zowel in Vlaanderen als in FWB [2]. Een grote investering, maar blijkbaar niet voldoende om onze kwetsbare jeugd op school te houden, want de schooluitval bij zulke kwetsbare jongeren (vaak van niet EU-origine) is gigantisch. Deze uitval leidt tot een groeiende groep NEET’s [3], die een groot deel van hun leven inactief zijn op de arbeidsmarkt. Zulke NEET’s kosten bijna 1 miljoen euro per capita aan onze maatschappij [4]. Dat is een tienvoud van een traditionele schoolloopbaan.
Naast deze gigantische kost brengt dat ook nog vele andere gevolgen en nadelen met zich mee. Mensen in een precaire context hebben vaker te kampen met gezondheidsproblemen, komen sneller in aanraking met delinquentie, en slagen er niet zo vaak in om de vicieuze armoedecirkel te doorbreken. Uit studies [5] blijkt dat kinderen die opgroeien in armoede hier zeer moeilijk uitraken. De maatschappelijke kost om dit probleem op te lossen is met andere woorden enorm.
Waarom laten we dit toe? Waarom gaan we niet méér voorkomen in plaats van genezen? Wat kunnen we doen om bij beleidsmakers, het middenveld, de private sector, gewone burgers het besef te laten groeien dat preventie cruciaal is? Hoe maken we preventie aantrekkelijk?
Bij TADA (www.tada.brussels) zijn wij alvast voorstander om preventief meer middelen te steken in het rugzakje van de sociaaleconomisch meest kwetsbare jongeren, vanaf jonge leeftijd. Zo vergroten we de kans dat ze de school verlaten mét een diploma op zak en vermijden we NEET-jongeren.
Sofie Foets,
Oprichtster van TADA (ToekomstATELIERdelAvenir vzw)
www.tada.brussels
[1] Bilal Benyaich (red), “Klokslag twaalf. Tijd voor een ander migratie- en integratiebeleidItinera” 2014, Itinera Instituut & Talloen et al.; European Federation for Services to Individuals (2012); Conseil supérieur de l’employ.
[2] Voor Vlaanderen: https://www.statistiekvlaanderen.be/nl/onderwijsbegroting en voor FWB: https://statistiques.cfwb.be/enseignement/budget-de-lenseignement/cout-…
[3] NEET: Not in Education, Employment or Training. NEET-jongeren zijn jongeren die geen opleiding, onderwijs of vorming volgen en niet aan het werk zijn.
[4] Een jongere die vroegtijdig uitvalt op school riskeert door gebrek aan een diploma jarenlange inactiviteit op onze arbeidsmarkt. Eén jaar werkloosheid kost in België ondertussen bijna 40.000 euro. Eén NEET kost over levensloop geschat 1 miljoen per kop. (Bron: European Federation for Services to Individuals (2012; NBB; Eurostat; European Commission; SID Vlaanderen, CeSO)