Naar overzicht

« La dette reste gérable pour le moment »

Zo omschreef minister van Begroting Daerden in 2021 nog de schuld van de Franse Gemeenschap. Tot 2008 had je hem misschien nog het voordeel van de twijfel willen gunnen. Daarna ontspoorde de schuld van de Fédération Wallonie-Bruxelles – en die ontsporing kent geen eind. Het Centre de recherches en Economie Régionale et Politique Economique gaat ervan uit dat de gemeenschapsschuld de komende jaren nog eens zal verdubbelen vanop het niveau dat Daerden als beheersbaar beschouwde. Daarmee zal de schuld vertienvoudigd zijn over de laatste drie decennia.

We lichten de Franse Gemeenschap eruit omdat zij een geval apart is. De Fédération Wallonie-Bruxelles heeft immers geen eigen belastinginkomsten. Anders dan in Vlaanderen zijn Gemeenschap en Gewest afzonderlijke entiteiten in Wallonië. Ze leeft bij de gratie van dotaties van het federale niveau, geëncrypteerd in de Bijzondere Financieringswet. Dat leven hangt overigens aan een zijden draadje: op een totaalbudget van 12 miljard euro gaat de Fédération Wallonie-Bruxelles ieder jaar minstens 1,2 miljard euro in het rood.

Slechter nog: een aantal parameters die de grootte van de federale dotaties bepalen gaan de verkeerde kant uit vanuit het perspectief van de Franse Gemeenschap. Omdat het aantal leerlingen in Wallonië daalt en de bijdrage ter responsabilisering van de pensioenkosten stijgt, vloeit er de komende jaren verhoudingsgewijs steeds meer geld naar Vlaanderen in plaats van naar Wallonië.

Dus wordt er nagedacht om bevoegdheden over te hevelen naar het Waalse Gewest en naar Brussel. Van de 12 miljard in de Gemeenschap gaat het leeuwendeel echter naar de lonen van het onderwijzend personeel. Zonder het onderwijs over te hevelen, blijft het morrelen in de marge. Iedere structurele ingreep om het budget houdbaar te maken, treft dus het onderwijs.

Die andere Franstalige entiteiten leiden ook niet echt een florissant bestaan. Op gewestniveau is het verwachte Vlaamse en Waalse begrotingstekort vergelijkbaar: een kleine drie miljard. Alleen bedraagt de Vlaamse begroting 65 miljard euro terwijl die van het Waalse Gewest maar 18 miljard euro omvat. Om de vrome beloftes uit 2019 van uitzicht op een Waals evenwicht hoog te houden, negeert Elio di Rupo de “uitzonderlijke” uitgaven voor de COVID-maatregelen, de gasprijsschok, de steun aan Oekraïne en de overstromingen van 2021 in zijn mental accounting. (Vlaanderen doet iets gelijkaardigs, zij het dan met de (kleinere) investeringen in de Oosterweelverbinding.)

Jaarlijks 150 miljoen besparen

Dat weerhoudt de geconsolideerde schuld van het Waalse Gewest er niet van om volgend jaar op 40 miljard uit te komen - twee en een halve keer de inkomsten, grofweg vijf keer meer dan in Vlaanderen. Toch herhaalde Adrien Dolimont, de bevoegde Waalse minister, opnieuw dat “il est faux de dire que la dette wallonne est ingérable. » Door ieder jaar alvast 150 miljoen te besparen, kan de schuld gestabiliseerd worden, aldus Dolimont, op een houdbaar niveau van minder dan twee keer de inkomsten. De Waalse regering engageert zich om die inspanning minstens twee legislaturen vol te houden, ook al wil de regering dat advies van de externe commissie voor de schuld niet decretaal verankeren.

De budgettaire situatie in Brussel is zo mogelijk nog onrustwekkender. De schuld bedraagt nu ook al twee keer de inkomsten, en die verhouding zal toenemen tot bijna drie keer zoveel over enkele jaren volgens het CERPE: tot 15 miljard schulden voor 5,5 miljard inkomsten.

De essentiële vraag blijft in hoeverre de Franstalige entiteiten – maar de vraag is uiteraard gericht aan alle overheden in dit land – de lopende uitgaven voor consumptie en prestigeprojectjes kunnen doen kantelen naar investeringen die op middellange termijn een gezond uitgavenpatroon en een socioeconomisch weefsel dat effectief waarde creëert, mogelijk maken? Nu al slaagt België er maar moeilijk in om de Europese fondsen te “absorberen” die geoormerkt zijn voor ons land, en dan met name voor de regio’s die het moeilijk hebben. 723 miljoen euro ligt dit jaar nog te wachten op Belgische projecten die steek houden.