Naar overzicht

Empathie is een zoogdierdynamiek, geen beschavingsdynamiek

Psychologie als autonome wetenschap bestaat nog niet (echt) in de zin van een wetenschap met een eigen, een geëigend object, een psychologisch object, het object 'psyche' dat kan geconceptualiseerd worden in het eigen veld.

Het zou bij wijze van illustratie interessant zijn om de vraag 'wat is voor u psychologie' aan verschillende mensen te stellen. 

1) aan academici binnen het vakgebied (professoren, onderzoekers):  

Mijn voorspelling is dat we een diversiteit aan antwoorden zullen krijgen met weinig overlap en dat het moeilijk zal zijn om een gemeenschappelijke of terugkomende term te ontwaren in die antwoorden. Eén term die ik in een grote verscheidenheid van eindverhandelingen zie opduiken, is ‘representatie’. Toch zou het me verwonderen dat zelfs die term bij alle of de meeste antwoorden terugkomt. Stel ter vergelijking de vraag ‘wat is biologie?’ aan biologen, ik denk dat het woord 'leven' vrijwel telkens terugkomt. 

2) aan mensen op straat 

Ik denk dat heel snel iets ivm de hersenen zal aangehaald worden en als je dan een open tweede vraag stelt 'maar psychologie is toch niet louter je hersenen/je biologie/je lichaam?' dan krijg je volgens mij heel snel het antwoord 'nee uiteraard niet het is ook je omgeving, je context'. 

Anders gezegd, de identiteit van psychologie kan niet in eigen termen gedacht worden. Tot nog toe wordt die wetenschap grotendeels gedacht op basis van aangrenzende velden, biologie en sociologie, het lichaam en de omgeving. Het woord 'biopsychosociaal' is daar het symptoom van: het wordt volgens mij makkelijk gebruikt omdat het bedekt dat we niet precies weten wat 'psycho' daarin betekent. Misschien is een dieperliggende fundamentele reden waarom het moeilijk is om psychologie in eigen termen een identiteit te geven, de mogelijkheid dat zo’n psychologie alleen een psychologie van het onredelijke, van de waanzin, van de transgressie zou kunnen zijn. Denk aan de nobelprijswinnaar Daniel Kahneman. Hij definieert het psychische in functie van 2 systemen: Systeem 1 is het snelle, automatische, 'emotionele', associatieve denken en Systeem 2 het trage, moeizame, overwogen, gecontroleerde denken. Dat is meteen een andere manier om de Freudiaanse primaire en secundaire processen te formuleren. Nu benadrukken zowel Freud als Kahneman dat geen van beide systemen per se redelijk zijn. S1 lijkt bijzonder onredelijk, maar het grootste deel van de tijd is dat niet zo, en maar goed ook, want we functioneren vooral op S1. S2 lijkt de garant van de redelijkheid te zijn, maar ook dat is niet zo, want S2 kan zich ‘dood’- of ‘leeg’denken, om het zo te stellen. 

Zo’n geëigende psychologische wetenschap zou niet over ‘biases’ spreken zoals Kahneman het nog doet, want dat suggereert dat redelijkheid kan, als we aan die ‘biases’ remediëren. Een echte psychologie gaat uit van de onherleidbaarheid van een aandeel onredelijkheid en brengt deze onredelijkheid in kaart. Zoals Shakespeare zegt: ‘Though this is madness there is method in it’. Je kan om het zo te zeggen een cartografie van de onredelijkheid opstellen: dit is een instrument  voor ethiek en politiek om het samenleven op maat van de mens te denken en te organiseren. Wie met een kaart werkt die aangeeft wat de onherleidbare onredelijkheden van de menselijke conditie zijn, kan een politiek opstellen die hiermee rekening houdt. De ethische houding bij een dergelijke politiek moet uitgaan van de menselijke onredelijkheid als uitgangspunt, als ‘default’ waarde, maar steeds de redelijkheid, de verlichting in het vizier houden, als perspectief als einder. 

In de geschiedenis is er een ethische vooruitgang, niet omdat de menselijke conditie is veranderd, maar wel omdat er beschaving kwam, met wetten, verplichtingen, limieten, instellingen. De menselijke conditie zelf kun je niet veranderen, het is nu eenmaal de 'conditie', maar we kunnen in de manier waarop we de beschaving organiseren de beperkingen van die conditie deels trachten te ondervangen. Daarom moeten we eerst die beperkingen/mogelijkheden goed in kaart hebben gebracht. Een samenlevingsvorm die geen marge van transgressie van de regels kan verdragen, is gedoemd om ten onder te gaan omdat ook transgressie structureel met de menselijke conditie verbonden is. Een samenleving zonder protest of zonder overtreding van de coronaregels bvb (regels waar ik uiteraard voorstander van ben) is uiteraard een dode samenleving.  

Samengevat:  

  1. er bestaat geen geëigende psychologische discipline 
  2. zo’n discipline zou als ‘wetenschap van het onredelijke’ de onherleidbaarheid van het onredelijke duidelijk maken en waarom dat ook een goede zaak is 
  3. een dergelijke psychologische wetenschap is een instrument voor de organisatie van het samenleven als een kaart die toelaat een marge van transgressie in te bouwen, aantoont waarom en hoe onvoorwaardelijk inclusief te zijn voor al het bevreemdende en minzaam voor al het menselijke.