Vers l'aperçu

Handelen in de energiecrisis, uitkijken naar een robuust risicobeleid

Er is een plaats in beleid voor improviseren. Er is nog meer ruimte voor strategische visie en een veiligheidsbeleid dat op problemen anticipeert. En als het op vooruitzien aankomt, is er in ons land nog veel ruimte voor verbetering.  

Ook de Europese Unie staat niet bekend voor haar snelle reactietijden. Op 24 februari viel Rusland Oekraïne binnen. Maar de kanarie in de koolmijn dateert al van een jaar geleden. In de zomer van 2021 vermoedden waarnemers al dat de Russische gasgigant Gazprom de markt manipuleerde onder het mom van technische problemen en wel héél frequent onderhoud. Ondertussen zijn we maanden verder en kunnen we alleen vaststellen dat beleidsmakers veel tijd verloren hebben laten gaan. Het is alsof men hoopte dat het probleem wel vanzelf zou weggaan. 

Achteraf is het makkelijk praten, is dan de comeback. Dat we niets opschieten met die analyse maar dat er nu eenmaal gehandeld moet worden. Uiteraard moet in crisistijden ingegrepen worden. Maar wat leidde ertoe dat we niet beter voorzien zijn om de crisis op te vangen, erop te anticiperen, misschien zelfs te vermijden?  

Wees waakzaam 

De echte vraag is dus of we in staat zijn om een strategische visie te ontwikkelen en te vertalen in een veerkrachtig beleid dat risico’s en onzekerheden opvangt. Je start met een omvattende analyse van de kwetsbaarheden van een land. Voor heel wat domeinen bezit België zeer zeker  “preparedness” plannen. Die rond energie beperken zich vaker wel dan niet tot de voorspelbare risicoanalyse over zogenoemde blackouts: wat zijn de gevolgen van de uitval van het elektriciteitsnet bijvoorbeeld? Hoe (on)waarschijnlijk is dat en hoe moeten we handelen als en wanneer die situatie zich voordoet?  Wat niet zelden ontbreekt is de analyse van andere risico’s dan diegene waarmee de ingenieurs te kampen hebben - zoals een ontregeling van de markt en een explosie van energieprijzen. Die explosie kan zware schade toebrengen aan de samenleving zonder dat ze per se “het systeem” vanuit technisch oogpunt belemmert om te functioneren. We vinden dat soort scenario’s wel terug in strategiedocumenten over de structurele risico’s in het buitenland. Waarom ontbreekt het dan in Belgische “preparedness” rapporten? Een goede vraag. Misschien is het perspectief van de opstellers van die rapporten te eng gefocust op de techniek? Net zoals alle complexe vraagstukken waarmee de samenleving geconfronteerd wordt, is ook het energievraagstuk complex en moeten risico- en crisisanalyses op multidisciplinaire wijze tot stand komen zodat er geen vermijdbare blinde vlekken ontstaan.  

We kunnen moeilijk volhouden dat het scenario van een schok op de internationale markt voor brandstoffen onvoorstelbaar is. Volgend jaar is het vijftig jaar geleden dat de OPEC haar embargo afkondigde – toen ook al als reactie op een invasie in het Nabije Oosten.   

Risicobeheersing via de energiemix 

De eerste regel in risicobeheersing is niet te ver te gaan in het “optimaliseren” van het systeem maar voldoende redundantie en uitwijkmogelijkheden te voorzien. Geografische diversificatie van de toeleveringskanalen en van de energiebronnen (fossiele brandstoffen maar ook uranium of biomassa) is een manier om risico en onzekerheid tegen te gaan. Zelfvoorziening is daarvan het schoolvoorbeeld, in termen van eigen energiewinning of minstens het aanleggen van strategische voorraden. Wat zijn de kosten en baten van de verschillende opties? Welke “verzekeringspremie” zijn we bereid te betalen om de ergste of meest dringende risico’s af te dekken? 

We hoorden de laatste maanden wel te vaak uitspraken die van weinig kennis van zaken getuigen in deze bijzonder complexe materie. Wetenschappers doen een beroep op modellen om met complexiteit om te gaan. Goede wetenschappers vergeten daarbij nooit de beperkingen van het model in het achterhoofd te houden. Een model kan bijvoorbeeld binnen een bepaalde set veronderstellingen proberen in te schatten wat technische antwoorden zijn op de vraag rond de energiemix of de opmaak van het netwerk. Het kan perfect zijn dat een dergelijk model niet het geopolitieke vraagstuk rond de afhankelijkheid van een specifiek land als gasleverancier in rekening brengt. Dat hoeft niet erg te zijn als de implicaties daarvan maar duidelijk zijn voor de beslissingnemers. Welke “afwijking” van het model is acceptabel? Welke indicatoren waarschuwen er ons voor dat we op de grenzen van het model botsen?  

Hopelijk erkent iedereen dat dergelijk perspectief van  risicobeheersing vanzelfsprekend ook cruciaal is voor hoe het verder gaat met de kerncentrales in ons land. We suggereren de onderhandelaars dat dit het moment bij uitstek is om zich alsnog door een vooruitziende risico-analyse te laten leiden. 

De valkuilen van het veiligheidsbeleid 

De ernst van de crisis bewijst dat het systeem moeite heeft om te anticiperen, weerbaarheid te tonen, laat staan te voorkomen. Pleiten voor een capaciteit om sneller te handelen in een crisis te handelen is goed maar niet goed genoeg. Het voorkomen van de risico’s is nog altijd beter dan het remediëren van de crisis. Essentie blijft het ontwikkelen van een veiligheidsbeleid. We wijzen alvast ook op twee valkuilen in de weg daarnaartoe.  

De eerste valkuil is een onvoldoende breed perspectief in de risicoanalyse. Enkel focussen op technische bevoorradingszekerheid maar blind zijn voor het risico dat een prijsexplosie de samenleving en economie ontwricht bijvoorbeeld. Breng dus voldoende diverse en scherpe pennen samen rond de tafel.  

De tweede valkuil is dat te vaak het ontwikkelen van een veiligheidsbeleid een louter papieren oefening blijft. Vergelijk - helaas - met militaire ‘preparedness’ die alleen werkelijkheidswaarde bezit wanneer ze gepaard gaat met reële en realistische oefeningen op het terrein. Een louter ambtelijk proces dat uitmondt in een afvinklijst voldoet niet. Wie zich effectief voorbereidt op risico’s, schrikt er niet voor terug om te handelen en tijdig voorraden aan te leggen bijvoorbeeld. Op energievlak is nogmaals aangetoond hoe snel men wegkijkt van de kost van langetermijnafhankelijkheden en risico’s. De kosten-batenanalyse voor wie die “verzekeringspremie” pas in extremis betaalt als het huis (bijna) in brand staat, zal er niet fraai uitzien.