Meer ambitie in de energietransitie
Het ontbreekt de energietransitie aan ambitie. De technologie voor een duurzamer beleid is er klaar voor maar in de domeinen die de maatschappijbrede omslag moeten realiseren, loopt het vast. Gezinnen, woonbuurten en organisaties moeten vaak zelf het juiste verdienmodel in elkaar knutselen of zoeken tevergeefs naar de financiële instrumenten die collectieve oplossingen mogelijk maken. Ondertussen hangen ze af van een toekomstbestendige wet- en regelgeving die nog niet meteen in zicht is. Kortom, innovatie verloopt niet alleen langsheen technologische vernieuwing.
Enkele illustraties kunnen misschien verduidelijking brengen. Neem nu zonne-energie: je kan zakenmodellen bedenken met zonnepanelen op elk beschikbaar dak. Veel fotovoltaïsche modules worden echter afgedankt nog voor ze hun levensduur hebben doorlopen: herstelbare productiefouten, schade bij transport of installatie maakt een aanzienlijk deel uit van de afvalstroom. Soms zelfs meer dan de helft kan op die manier van de recyclage “gered” worden en aan een tweede leven beginnen. De regels voor wat moet en mag (denk: testprotocols, certificering…) hinken echter achterop bij wat technisch kan.
Vervolgens zijn er de omvormers op zonnepanelen, elektrische auto’s als opslagcapaciteit voor een versterkt elektrisch net. De technologie om flexibel vraag en aanbod op elkaar af te stemmen heeft al lang een aantal statische mythes ontkracht en laat toe om prijs- en verbruikersprofielen op maat te leveren. De Vlaming denkt helaas nog steeds dat hij/zij moet wachten op de digitale meter vooraleer de overheid de transitie in gang zet.
Leasingmodellen voor warmtepompen
Je kan tot slot collectief omschakelen naar warmtepompen, ook voor oudere appartementsblokken of (overheids)gebouwen en zonder subsidies die de pan uitswingen. We kunnen leren uit de leasingmodellen voor warmtepompen die Nederland uitrolt. Op die manier zou de transitie zich niet beperken tot de happy few die de investeringen op hun eentje kunnen dragen maar komt duurzame energie binnen het bereik van iedereen. Waarom zou je binnen drie jaar niet kunnen afkoppelen van aardgas dat niet uit de Europese Unie komt? Maar ook op dit terrein blijft het stil in ons land. De overheden van ons land slagen er niet in de versnelling in de energietransitie te coördineren omdat het hen schijnbaar ontbreekt aan het vermogen om zakenmodellen en regelgeving voldoende snel te (laten) innoveren. Idem voor de Europese Unie die de mond vol heeft van haar Green Deal en de Fit for 55-doelstellingen maar niet verder raakt dan studiewerk of terugvalt op lobbyisten.
Burger staat alleen
Ons land telt heel wat uitmuntende experts die de brug van bureau naar bouwwerf kunnen maken voor ieder van ons. Als de coronacrisis en de ontsporende inflatie van de weeromstuit een expertengroep op de been kunnen brengen, moeten we eveneens de juiste koppen bij elkaar kunnen steken die de broodnodige versnelling in de transitie uitwerken. Die expertengroep zal domeinoverschrijdend moeten werken: de energietransitie is zowel een technologisch als een financieel-economisch, regelgevend en – vooral – sociaal vraagstuk. Nu staan te veel stuurlui aan wal en moet de individuele burger vaak alleen de sprong in het diepe wagen. Dat is meer dan een brug te ver voor velen.
Anders gezegd, de energietransitie is een coördinatievraagstuk: willen we echt vooruit moeten we samen springen, met een duwtje in de rug door een betrouwbare hand.