Een wendbare transitie vereist een sterke ruggengraat
De geschatte ecologische voetafdruk van de huidige wereldbevolking bedraagt 1,7 Aardes per jaar. In West-Europa is dat twee keer zo veel, en indien de hele wereld zoals de Belgen zou leven ligt de menselijke vraag naar natuurlijke grondstoffen en diensten meer dan vier keer zo hoog als wat de planeet in diezelfde tijdspanne kan (re)genereren.
Willen we over enkele decennia vraag en aanbod in evenwicht brengen, dan zal de manier waarop we produceren en consumeren ingrijpend moeten veranderen. Die transitie gaat zowel over ons gedrag als over de materiële infrastructuur waarop de economie en samenleving steunt. Omdat de keuzes onderweg best nog kunnen wijzigen, rijst de vraag hoe we de investeringen in duurzame infrastructuur – die onomkeerbare beslissingen op kortere termijn inhouden met een onzekere maar doorgaans lange terugverdientijd – moeten sturen.
Hoe ontginnen en vervaardigen we op een maatschappelijk verantwoorde wijze de enorme bergen materialen die nodig zullen zijn – want recycleren alleen zal zeker in het begin niet toereikend zijn? (Om een idee te geven: elke seconde worden wereldwijd twee Eiffeltorens geproduceerd.) Hoe leggen we de netwerken aan die energie, grondstoffen, water, elektriciteit en duurzame molecules moeten transporteren als we nog niet zeker zijn bijvoorbeeld welke energiemix voor welke toepassingen op welke plaats zal worden gebruikt? Tot hoever reiken zogenoemde no-regret investeringen waar omzeggens iedereen vandaag al het nut van inziet, in tegenstelling met de vaak moeilijke afwegingen die zich daarna(ast) aandienen?
We schuiven daarbij twee overwegingen naar voren waar we het best zo snel mogelijk over eens worden om die transitie in goede banen te leiden: we moeten het eens zijn over de richtingaanwijzer en we moeten het eens zijn over wat we vooral niét moeten doen.
Investeringen in de infrastructuur voor uiteenlopende domeinen – transport, renovatie, industrie… -- worden nu vaak op een min of meer technologieneutrale manier tegen elkaar afgewogen in termen van de kost van de vermeden broeikasgasuitstoot – de “koolstofprijs” zeg maar. Maar ook andere doelstellingen zoals biodiversiteit en waterkwaliteit, menswaardige tewerkstelling, voedsel- of energiebevoorradingszekerheid zijn meer dan slechts randvoorwaarden in het wereldwijde steekspel rond globale waardeketens, met hun gebruik van natuurlijke grondstoffen, technologie en infrastructuur. Kunnen we het eens worden over een soort samengestelde sensor die ons realistisch maar ambitieus op het (of een) rechte pad houdt bij die langetermijninvesteringen en de beste technologieën laat bovendrijven?
Daarop aansluitend: kunnen we het eens worden over wat we vooral niét moeten doen? Zijn er paden die doodlopen in die routekaart van de transitie? Zijn er keuzes op het gebied van mobiliteit, verwarming of energieopwekking die we best sowieso vermijden, op de schaal van individuele gezinnen maar zeker als het om de infrastructuur voor het transport van elektronen en molecules gaat of om de omvorming van de grondstoffen en drijfkracht van onze industriële speerpunten? Want daarin ligt natuurlijk ook het groeipotentieel voor ons land besloten, met onze toonaangevende petrochemische, agro- of materialenclusters en ons uitgebreide logistieke netwerk. Hoe maken we van de transitie een strategische investeringsopportuniteit?
We moeten daarbij gebruik maken van de enorme hefbomen die die industriële clusters ons bieden. De schaal waarop de industrie opereert, maakt het mogelijk om broeikasgassen te offsetten aan een fractie van de kost van, bijvoorbeeld, de ingrijpende energetische renovatie van individuele woonhuizen. Door heel gericht die (schakels in de wereldwijde) waardeketens hier te verankeren waarin op duurzame wijze een duurzaam product tot stand komt, en met gepaste beleidsinstrumenten de delokalisering van uitstoot en andere uitwassen tegen te gaan, wordt onze lokale industrie een aanjager van de globale transitie.
Op 30 augustus 2024 slaat Itinera met verschillende organisaties de handen in elkaar voor een themadag getiteld: "Bruggen voor een duurzame samenleving”. Op het programma staan vijf experts én één prijswinnaar die ontwaken in een duurzame maatschappij en het pad dat werd bewandeld reconstrueren. In een dag vol reflectie en discussie wordt ingegaan op vragen als: hoe ziet een duurzame samenleving er uit? Wie leidde de dans? Welke rol speelden overheden, bedrijven en burgers? Bood technologie de oplossing? Wat kostte de transitie? Wat zijn de opportuniteiten/valkuilen? Welke routeplannen waren onmisbaar? Welke mijlpalen werden bereikt?
Wil je er graag bij zijn op 30 augustus in de Sint-Pietersabdij in Gent, registreer dan zeker tijdig je plaatsje via deze link: het aantal deelnemers is beperkt.