Vers l'aperçu

La santé est bien plus qu’un impôt - NL

De saga over tax-shift leert ons dat een overheid die geld afneemt van burgers en bedrijven telkens ook morele en economische keuzes maakt. In de al-bij-al beperkte mix die het maandenlange belastingopbod uiteindelijk heeft opgeleverd, zit daardoor niettemin veel politiek eten en drinken.

Dat is zelfs letterlijk zo. In het lijstje belastingvernieuwingen staat namelijk ook een zogenaamde ‘suikertaks’. De bedoeling is blijkbaar om niet nader bepaalde zoetmakers te belasten met een niet nader bepaald tarief. Snoepen, soda, hamburgers of chips: we moeten nog vernemen welke zondes vadertje staat met welk zondetarief zal bestraffen.

Moment. Wat hebben suikers en vetten te maken met een belastinghervorming die economische activiteit en tewerkstellingscreatie wil bevorderen? Moet de suikertaks lagere arbeidsbelasting compenseren? Gaan we met spijs en softdrinks doen wat we al met tabak en benzine doen: duurder maken om de staatskas te spijzen? Dat zou toch redelijk pervers zijn: we exploiteren dan ongezond gedrag. Het kan ook contraproductief zijn: in de gezondheidszorg kost datzelfde gedrag juist veel geld. Het zou asociaal zijn: vooral armere bevolkingsgroepen leven statistisch ongezonder of gaan voor het goedkoopste dat vaak ook het ongezondste is.

Laten we dus ernstig zijn en veronderstellen dat we via een suikertaks mensen daadwerkelijk tot gezonder leven willen bewegen. Dat is zinvol. Vanuit het perspectief van volksgezondheid moeten we niet twijfelen aan het gevaar van zwaarlijvigheid, diabetes of andere ziektes die deels aan voeding en levensstijl gebonden liggen. Naarmate de bevolking veroudert en de geneeskunde verbetert, neemt het belang van dergelijke chronische aandoeningen almaar toe. We kunnen dus zorggeld besparen en gezondheid winnen als mensen gezonder gaan eten en leven. En we botsen daarbij op de beperking van een collectieve gezondheidszorgverzekering die premies niet aan levensstijl verbindt en waarin persoonlijke verantwoordelijkheid dus niet meteen wordt gestimuleerd en gecultiveerd.

Dan maar belasten. Misschien zinvol, maar zeker moeilijk. Enkel en alleen belasten zal niet volstaan, tenzij mits draconische tarieven. We zullen moeten investeren in informatie en preventie. We zullen de beschikbaarheid van alternatieve en gezondere voeding en drank moeten bewaken voor de karigste gezinsbudgetten. Dat zal allemaal eerst geld vergen en kan pas op langere termijn kosten besparen. Dat zit in andere begrotingen, in andere begrotingsjaren en bij andere overheden: preventie is regionale materie in ons versnipperde landje. Precies omdat er geen duidelijke en snelle terugverdieneffecten zijn, heeft preventie de kwalijke neiging om tussen de plooien te vallen: minder dan één euro op twintig in gezondheidsuitgaven gaat naar preventiebeleid.

Als er geen collectieve ambitie van gezondheidsdoelstellingen komt, als er geen breed-gedragen cultuurverandering komt, als er niet in samenspraak met industrie en warenhuizen wordt nagedacht en gehandeld rond voedselsamenstelling, distributie en prijszetting, zal de suikertaks dus weinig zoden aan de gezondheidsdijk zetten. Hij zal dan weinig meer zijn dan een zoveelste inkomstenbron voor de staatskas, met een pregnant paternalistisch kantje.

We zullen dan verzanden in een voorspelbaar en voortdurend gevecht over de definitie van wat ‘ongezond’ is, wanneer en voor wie. We zullen dan oeverloos moeten meten, opvolgen en debatteren over de samenstelling van producten en de tarieven van belastingen. De lobbyisten wrijven zich al in de handen en de fiscale administratie krabt zich al achter de oren.

Een stuk van dat onzalige belastingverhaal is onvermijdelijk voor wie de zonde wil belasten. Het sop is daarom alleen de kool waard als we de suikertaks hanteren als zijdelings hulpmiddel in een veel breder gezondheidsbeleid. De burger/consument/patiënt is een cruciale vector voor de toekomst van de volksgezondheid en gezondheidsuitgaven. Die burger appelleren op zijn of haar rol en verantwoordelijk is dus belangrijk en noodzakelijk. Laten we dat niet reduceren tot een rondje belastingen.

@devosmarc is directeur van de denktank Itinera en doceert aan de UGent