Vers l'aperçu

Van middelenbegroting naar prestatiebegroting

Gisteren organiseerde Itinera de Verantwoordingsdag 2022 naar Nederlands voorbeeld. Samen met federaal staatssecretaris Eva De Bleeker, Sébastien Brunet, algemeen directeur van het Institut wallon de l’évaluation, de la prospective et de la statistique, Koen Algoed, secretaris-generaal Financiën en Begroting Vlaanderen en Christian Behrendt, assessor bij de Raad van State gingen we op zoek naar de hoekstenen van een cultuur van beleidsevaluatie. We vroegen hen naar de goede en slechte praktijken die ze zelf ervaren, en legden hen een aantal vragen voor uit het publiek.

Goed bestuur gaat in belangrijke mate over de manier waarop de burgers middelen aan de overheid toevertrouwen om maatschappelijke resultaten te boeken, en hoe de overheid daarvan rekenschap aflegt. Politiek draait niet enkel om nieuw beleid en nieuwe plannen. Het is goed om ook na te gaan wat er van al die plannen terechtkomt.

Fellow Jean Hindriks onderscheidde drie stappen in die evaluatiecultuur die we zorgvuldig moeten vormgeven: hoe delegeren we vanuit de samenleving het recht om te beslissen over de overheidsmiddelen; hoe verlenen we de uitvoerders van dat beleid de nodige autonomie om zelf rekenschap te kunnen afleggen; en welke vaardigheden zijn vereist, bij de administratie, bij het parlement, om tot een juiste manier van evalueren te komen? Zoals het in Nederland werd gesteld: hoe maken we van een middelenbegroting een prestatiebegroting? ‘Wat (willen) we bereiken’ is een politiek belangrijker vraag dan ‘hoeveel geven we uit’.

Ivan Van de Cloot

 

Leesbaar voorruitgangsrapport

Een middelenbegroting is een werkboek met heel veel cijfers maar weinig tot geen meetbare doelstellingen, laat staan dat het beschrijft hoe prestaties zùllen worden gemeten. Ikzelf lichtte het Nederlandse voorbeeld toe: twintig jaar al dringt het parlement er bij de regering op aan dat het met die cijferbrij weinig aan kan en dat het een leesbaar vooruitgangsrapport wil waarop de volksvertegenwoordigers kunnen sturen. Bij ons stellen de parlementsleden het hele jaar door honderden vragen en houden zij weliswaar tientallen interpellaties over beleidsbeslissingen.

Mevrouw De Bleeker voerde ondertussen uitgaventoetsingen in zoals ze die in haar loopbaan bij de Europese Commissie leerde kennen, en versterkte de capaciteit van instellingen als de Inspectie van Financiën. Dat er voor de komende jaren ook in Vlaanderen uitgaventoetsingen (spending reviews) in acht domeinen gepland zijn, volgen we zeker op. Belangrijk is dat de spelregels voor die uitgaventoetsingen opgenomen worden in het reglement van het Vlaams Parlement, en dat prestatie-geïnformeerd begroten decretaal wordt vastgelegd.

De federale staatssecretaris maakte met www.begroting.be een instrumentenbord voor de burgers. Opzet is om vanaf 2024 via een interactief platform begroting met realisaties te kunnen vergelijken. Sébastien Brunet legde de vinger op de wonde: het kernvraagstuk van rekenschap is het toewijzen van maatschappelijke resultaten aan specifieke beleidsbeslissingen. Dat is niet altijd mogelijk. Hij wees op het belang van wetenschappelijke integriteit en het waarborgen van de onafhankelijkheid van wie het beleid evalueert. Die evaluatie wordt in ons land nog meer bemoeilijkt door de ondoorzichtige bevoegdheidsverdelingen, toonde Christian Behrendt in zijn onnavolgbare stijl aan.

Doen we de goede dingen?

De Vlaamse Brede Heroverweging lichtte alle uitgavenposten binnen de Vlaamse begroting grondig door en moet op termijn leiden tot een structurele verankering van evaluaties in het beleids- en begrotingsproces. Wie verantwoording verengt tot het meten van efficiëntie en doeltreffendheid, verliest het brede plaatje uit het oog. Koen Algoed stelde het zo: niet enkel de vraag ‘doen we de dingen goed?’ is van belang, de vraag ‘doen we wel de goede dingen?’ is zo mogelijk nog belangrijker. Wat zijn de kerntaken van de overheid? De wachtlijsten voor personen met een handicap zijn nog altijd te lang terwijl de overheid ondertussen allerlei nevenactiviteiten ontwikkelt – en niet zelden daarbij private spelers in hun ontwikkeling belemmert. De markt kan falen, maar de overheid kan in haar poging om dat falen te remediëren evengoed de mist ingaan.

Wij bij Itinera vinden het cruciaal dat alle burgers deel uitmaken van een cultuur van evaluatie. We zien daarin een bijzondere rol weggelegd voor het parlement – kijk opnieuw naar Nederland. Het zijn in de eerste plaats de vertegenwoordigers van het volk die niet enkel hun opdracht van controle ter harte moeten nemen maar daar ook een kwalitatief publiek debat rond voeren dat de steriele partijtegenstellingen overstijgt.